Samenvatting proefschrift | www.achterdegevelsvandelft.nl | |
Thera Wijsenbeek's Achter de gevels van Delft |
NB: Klik op de afbeeeldingen voor een vergroting. | |
Voor
haar proefschrift uit 1987 “Achter de gevels van Delft, Bezit
en bestaan van rijk en arm in een periode van achteruitgang
1700-1800” heeft Thera Wijsenbeek uitgebreid onderzoek
verricht naar bezit en leefpatroon van enkele honderden Delftse
bewoners in de achttiende eeuw op basis van nalatenschappen. Zij koos
Delft als haar studieobject vanwege de ruime beschikbaarheid van
boedelbeschrijvingen vooral van paupers. Zij was met name op zoek naar
veranderingsprocessen; niet zozeer naar het totale bezit van de
inwoners van Delft. Naast inboedels heeft zij allerhande andere bronnen bestudeerd om de sociale en economische context van Delft in de achttiende eeuw in kaart te brengen. IJverig turven Uit ruim tweeduizend beschrijvingen heeft zij een zorgvuldig gedefinieerde keuze gemaakt. Zij gebruikte drie criteria: tijd, bezit en gezinssamenstelling. Ze verdeelde de eeuw in drie tijdvakken en het bezit in vijf klassen afgeleid van de belastingtarieven op het begraven. Verder hanteerde zij vier verschillende typen gezinssamenstelling. Bij elkaar leverde dat een onderverdeling in 60 verschillende groepen bewoners. In vrijwel al deze groepen heeft zij vijf inboedels geanalyseerd, 300 in totaal. Letterlijk duizenden voorwerpen, meubels, kleding, keukengerei, sieraden, beleggingen, schulden etc. etc. tot prullaria toe heeft zij in de begindagen van het computeronderzoek gerubriceerd en geteld. Regenten bleken geen nieuwlichters In de achttiende eeuw was Delft geen welvarende stad meer. Van de 15.000 inwoners was de helft zeer arm en slechts een klein deel (zeer) rijk. Delft wordt in die tijd wel beschreven als een ‘stille nette plaats’ met relatief veel vermogende renteniers. Ondanks de economische teruggang voltrokken de sociale en culturele veranderingsprocessen betrekkelijk autonoom. Dergelijke veranderingen in woon- en leefpatroon deden zich niet alleen in Holland voor, maar in geheel West-Europa. En dus ook in Delft alleen langzamer en zonder extremiteiten. Tal van modeverschijnselen vinden brede navolging in Delft en niet alleen bij de rijken. Het betreft de inrichting van de huizen, de verfijning van de eetcultuur en op het gebied van kleding. Enkele modieuze trekjes uit de achttiende eeuw zijn moderne gevels, vergrote raampartijen, stucwerk (bij rijken), ladekastjes en fauteuils (bij rijken), maar ook dessertbestek, soepterrines en theezeefjes. Nieuwe kleding: jukaatjes (geborduurd damesjasje), pelissen (met bont gevoerde dameswinterjas), hoepelrokken en paraplu’s. Moderne interieurs vond men vooral in hogere middenklasse. De regentenklasse had een veel conservatievere smaak. Niet alles was onderhevig aan vernieuwing. Vele zaken lijken onveranderlijk. Hygiëne is nog een onbekend terrein; geen badkamer en ook nauwelijks lampetkannen of waskommen maar wel vele kwispedoren en spuwbakken. Rijken werkten kwistig met geurtjes om de stank te verdrijven. Wel leverde de teruggang in bedrijvigheid in Delft schoner grachtenwater op en dus minder ziektes. Overschot aan woningen Het eigenwoningbezit was naar verwachting groot bij de rijkeren. Toch bleken zij soms (onderling) te huren en armen bezaten een enkele keer een eigen woning. De krimp van de bevolking leidde tot een zeer ruime woningmarkt. Rijken kochten vrij goedkoop kleine huizen in hun omgeving op om tuinen te vergroten of koetshuizen te bouwen. Soms ook vergrootten zij hun huis achter een nieuwe gevel door het pand van de buurman te kopen. Ook bij de armen verbeterde het wooncomfort enigszins: van gemiddeld 1,4 naar 2 woonvertrekken per huishouden. Maar de armen betaalden over het algemeen relatief veel meer huur dan de rijken. De jaarhuur van de goedkoopste huizen (koopprijs onder ƒ 1.000) bedroeg gemiddeld 16 procent en van de duurdere panden slechts 4 tot 6 procent van de koopprijs. (Al zijn de aantallen waarover zij dit kon berekenen vrij klein.) Segregatie en verkrotting In de armere delen van de stad, vooral aan de oostzijde, leidde het overschot aan woningen tot veel verwaarlozing en verval. Ter illustratie citeert Wijsenbeek een plastische stadsbeschrijving van rond 1800 van R.Bakker: “Rondom de Stadswallen, dan zien we (aan de binnenzijde) geheel velden, van welke sommige in puinhopen liggen, daar andere, voorheen Arbeiders-Huizen zijnde, nu aan andere Wooningen voor Tuinen en Erven zijn getrokken; verscheiden Straaten naar de kanten der vesten zijn onbewoond, en alle Huizen bijna weg”. Wijsenbeek constateert daarmee in de loop van de eeuw een toenemende ‘segregatie’ tussen de goed onderhouden grachtenpanden van de elite en de armere delen van de stad, die steeds meer verkrotten. Opmerkelijk kleine gezinnen De gezinssamenstelling was heel anders dan men doorgaans van een traditionele samenleving verwacht. Ongeveer een derde van de bevolking was ongehuwd. Veel gezinnen zonder kinderen en de gezinnen met kinderen waren, mede door de grote kindersterfte, klein van omvang: gemiddeld minder dan drie kinderen. Inwoning van ongehuwde familieleden of van bejaarde ouders was een zeldzaamheid. Alleenstaanden woonden wel vaak als kostganger bij anderen in. Hoewel cultuuroverdracht tussen alle lagen vaak plaats vond, is het onderscheid tussen rijk en arm enorm. De regenten hadden een koets, bedienden, garderobe en sliepen apart. Bij de armen ontbraken soms de elementairste voorwerpen zoals dekens en matrassen of tafels en stoelen. Weinig intieme kijkjes achter de gevels Het proefschrift bevat een schat aan gegevens. Alleen al de variatie in de gebruikte omschrijvingen is gigantisch. Zo bevat de stoffenlijst 230 verschillende namen. De namen van de erflaters staan wel in het proefschrift maar helaas zonder adressen. Het boek geeft ook minder inkijkjes achter concrete gevels dan men zou wensen. Voor het koppelen van haar werk met dat van de werkgroep is dat helaas een gemiste kans. Maar dit proefschrift geeft wel een zeer gedetailleerde en uitstekend gedocumenteerde beschrijving van het bezit en de leefstijl van de bewoners van een Hollandse stad in de 18e eeuw. | ||
Henk Wijnen | ||
Geplaatst: 7 oktober 2019 | ||
www.achterdegevelsvandelft.nl - Facebook: www.facebook.com/AchterdegevelsvanDelft - Twitter: twitter.com/AchterdgvDelft |