Achterom 47 www.achterdegevelsvandelft.nl
Het hofje NB: Klik op de afbeeeldingen voor een vergroting.
Dit huis is in 1620 gebouwd op de plek van de voormalige brouwerij De Roskam. Het poortje, de 'Roskampoort' gaf toegang tot drie huisjes op het achtererf. Die drie huisjes vormden een hofje dat in 1627 bij testament gesticht werd door Aper van der Houve en zijn vrouw, destijds brouwer en kunstverzamelaar in De Dubbele Hellebaarden aan de Voorstraat (no 60). Aan het legaat voor het hofje was een jaarlijkse rente verbonden van f 50,- voor onderhoud en, als daarvan nog wat over was, een turfje voor de bewoners. Als nazaten van de brouwer in armlastige omstandigheden zouden komen, zouden zij voorrang krijgen voor een plaats in het hofje. Mochten er geen nakomelingen van de brouwer meer zijn om het beheer te voeren over het hofje, dan zou het komen te vervallen aan het oude mannen- en vrouwenhuis aan de Papenstraat, dit is nooit gebeurd. Halverwege de 19e eeuw is het hofje gewoon verkocht aan een particuliere huisbaas.

De tuin van het huis Achterom 47 was destijds een plaatsje met een waterpomp en een privaat dat het hofje 'gemeen' had met de panden Achterom 47 en 45, zoals in de overdrachtsakten tot 1783 steeds beschreven staat. Een (vervanger) van de oorspronkelijke hofjeswoningen is nu bij Achterom 47 In gebruik als schuurtje. Van een tweede hofjeswoning waren in 2000 nog de fundamenten in de tuin zichtbaar.


Reinier Boitet beschrijft het ontstaan van het hofje op deze plaats.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Zes schilderijen, die van dit huisje zijn gemaakt, vanwege de gelijkenis met Vermeers straatje.
Tekening Leo
Zeldenrust 1947
Olieverf Jan
Heestermans 1930
Pentekening Lex
de Vroedt  ca. 1980
Aquarel Jeremy
Barlow, 1982
Olieverf N. Verschuuren, 1920 Olieverf Karl
Haberl, 1989

Eigenaren en bewoners
Het huis is in de loop der eeuwen opvallend vaak bewoond door de eigenaar. Kort na de bouw was dat waarschijnlijk 40 jaar lang beurtschipper Bartel Cornelisz en zijn vrouw. Zijn zoon Johannes Bartelsz werd echter in 1668 door financiële problemen gedwongen het huis te verkopen. In 1730 werd het huis bewoond door Dirk van der Kasteele, die als stoker werkte bij plateelbakkerij De Ster aan de Oude Delft, vlakbij de Rotterdamse Poort. Twintig jaar later heeft zijn weduwe, behalve haar zoon, ook twee vrouwen als ‘commensaal’ in huis, waaronder de ‘innocente’ Johanna Lookermans. Na het overlijden van deze weduwe kwam het huis in handen van bakker Jan van Noortwijk die even verder op de gracht zijn bakkerij had. Hij ging het huis verhuren. In 1783 kocht kleermaker Pieter Heederik het huis. Zijn familie zou er bijna 50 jaar blijven wonen, deels met meerdere generaties tegelijk. Pieter en zijn vrouw Lena Laurier kregen elf kinderen, maar acht ervan werden volwassen. De oudste zoon Pieter jr (1780-1866) kreeg eveneens elf kinderen, waarvan er maar vier opgroeiden. De dominee vond het overvolle huis in 1823 'zeer ordentelijk'. Pieter was behalve mr kleermaker ook bidder bij begrafenissen. Na 1830 woonde er de zeilmaker Christiaan Vileers met vrouw en zes kinderen. Later verhuurde hij de woning enige tijd, om er na 1850 op oudere leeftijd zelf weer terug te keren. Van 1863 tot 1879 woonde Johannes Rijnders een schipper van de trekschuit naar Rotterdam. In 1879 verkocht hij het huis aan olieslagersknecht Johan van der Kraan. Hij verhuurde uit geldnood de bovenverdieping aan steeds wisselende huurders. Na de gedwongen verkoop in 1891 werd het huis eigendom van huisjesmelker A. van Dorp, die vele pandjes in Delft verhuurde. In de 27 jaar dat hij het exploiteerde trokken er vele huurders kortstondig doorheen.

Gezondheidscommissie
De bovenverdieping van het huis was in die tijd een aparte woning die via een deur en trap in de zijgevel in het steegje toegankelijk was. Bij het woningonderzoek van de Gezondheidscommissie in 1907 is deze bovenwoning uitvoerig gedocumenteerd. Het werd toen bewoond door de verlaten vrouw Jaantje de Vries. De toestand was daar toen 'vuil en slecht' en er was geen drinkwaterkraan aanwezig.
Klik hier voor afbeeldingen van het Gezondheids Enquêteformulier uit 1907.
Hoe oud die dubbele bewoning van het huis was, is niet meer precies te traceren. In elk geval is ze vanaf het begin van het bevolkingsregister in 1846 herkenbaar. Ook heeft er nog korte tijd een gezin met zes personen in die bovenwoning gezeten (Gerrit Welders). Tussen 1923 en 1943 werd het huis weer bewoond door een kleermaker, Johan Chr von Stein, die tevens fondsbode was. Hij had vijf kinderen en huurde het huis.
In 1966 is het huisje door een aannemer opgekocht die het vrij grondig heeft opgeknapt, sindsdien is er aan gemoderniseerd en aan de achterzijde uitgebreid. Het huisje is ten onrechte wel aangezien voor het 'Straatje van Vermeer'

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
A.J.Prins maakte omstreeks 1910-1915 deze foto
van een onbekende mevrouw in de Roskampoort

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster
Advertentie uit de Delftsche Courant van
24 augustus 1879, waarin het huis te koop
wordt aangeboden.

Kees van der Wiel  
Nadere informatie over Achterom 47  
Geplaatst: oktober 2007 / Laatste wijziging 21 april 2012  
 
www.achterdegevelsvandelft.nl - Facebook: www.facebook.com/AchterdegevelsvanDelft - Twitter: twitter.com/AchterdgvDelft