(Verdwenen) Achterom 65 www.achterdegevelsvandelft.nl
Voorheen ‘De Ketel’ NB: Klik op de afbeeeldingen voor een vergroting.
Achterom 65 bestaat nu niet meer. Het stond ooit op de linkerhoek van de ingang naar de Ham en is in 1925 gesloopt, nadat het twee jaar eerder onbewoonbaar was verklaard. Het huis is daarna niet herbouwd. In plaats daarvan is de toegang tot de Ham verbreed. Het ‘Vierkant van de Ham’ was een met kleine woningen omringd pleintje onder aan de hoge stadswal, waarvan de laatste restanten in 1962 voor een verkeersdoorbraak zijn afgebroken.
Op de begane grond van Achterom 65 bevond zich een winkel met magazijn aan het Achterom. Daarachter lagen twee kleine woonvertrekken met een keukentje. De verdieping bestond uit een in tweeën gedeelde zolder. Het pandje droeg ooit de naam ‘De Ketel’ en werd in de loop der eeuwen bewoond door allerhande arbeiders, schippers, vaklieden en kooplui. De gezinnen waren doorgaans omvangrijk, ouders met meer dan vijftien kinderen waren geen uitzondering. Helaas lag de kindersterfte hoog. Ondanks de grote gezinnen werd De Ketel soms jarenlang tegelijkertijd door twee families bewoond. In de negentiende eeuw werd het ook officieel gesplitst in een voorhuis met winkel en een achterhuis in de Ham.
Links: Het pand (E 299) op de eerste kadasterkaart van 1825. Midden: Schets van de splitsing van het perceel in een apart voor- en achterhuis in 1876. Rechts: Fragment van een kadasterkaart omstreeks 1930, waarop het pand inmiddels is afgebroken.

Koekenbakker
In 1600 telde het huis één stookplaats en werd het bewoond door ene IJsbrand Danielsz van wie we verder weinig weten. Hij verkocht het huis in 1607 voor fl. 500 aan koekenbakker Gerrit Thonisz. Het was toen kennelijk al een winkelpandje.

Plateeldraaier
In 1710 woonde er plateeldraaier Jan van Ee en Annetge Denie (de Nije), elders ook Annetge Werckhoven of Anna Bastiaens genoemd. Jan werkte mogelijk bij de plateelbak-kerij De Ham, vlak erachter, die in 1726 door concurrenten zou worden uitgekocht. Het echtpaar had de voorgaande jaren twee kinderen ten grave gedragen en zou dat in 1711 en 1716 nog twee keer moeten doen. Toen Jan van Ee in 1717 zelf overleed, had de weduwe nog vier kinderen over in de leeftijd van 3 tot 13 jaar en was ze juist zwanger van een vijfde. Toen hij overleed woonde hij niet meer in dit huis, maar in het huidige Achterom 47 met het trapgeveltje (zie daar). Bij zijn overlijden stonden nog forse re-keningen open voor tabak, bier en brandewijn dat hij daar kennelijk verkocht. Of zij destijds in Achterom 65 ook een kroeg dreven, weten we niet.
Van Ee huurde het huis van schipper Gijs van Lexmont, die woonde op het Achterom en diverse huisjes bezat in de omgeving. Hij was een succesvol binnenschipper, die voer op Amsterdam en later ook Rotterdam, blijkt uit vergunningen die hij daarvoor kreeg van het stadsbestuur. In de privésfeer ging het hem minder goed af. Hij trouwde tussen 1674 en 1703 vijf keer nadat hij vier maal een eerdere echtgenote had begraven.

Zakenvrouw
In 1728 werd het huis voor 400 gulden eigendom van Ariaentge van Elterenberg, een 29-jarige vrouw die een erfenis uit de familie had gehad. Na de aankoop trouwde zij met Jan Konijn van wie zij een paar jaar later een kind kreeg.
Halverwege de 18e eeuw werd het huis enige tijd bewoond door de brouwersknecht Johannes Tevendael en zijn vrouw Neeltje van Dijk.

Een eeuw lang thuishonk van Van der Struijf
In 1783 kocht schipper Reijnier Noordermeer per decreetbrief de woning uit het faillis-sement van koopman Johannes Wenting voor slechts fl. 195. Reijnier verhuurde het aan zijn dochter Willemina toen zij in 1784 in het huwelijk trad met de schuitenvaardersbaas Mees van der Struijf. Acht jaar later, in 1791, namen Mees en Willemina het huis van hun (schoon)vader over. Als schipper vervoerde Mees “aarde en wit” tussen Delft en Am-sterdam. Bij tijd en wijle lag hij met het gemeentebestuur overhoop omdat naar zijn mening zijn belastingaanslagen te hoog waren. Hun gehele huwelijk bleef het echtpaar in het huis wonen. Zij kregen er 17 kinderen waarvan ruim de helft op jonge tot zeer jonge leeftijd kwam te overlijden.
Na de dood van Mees in 1821 haalde zijn weduwe haar ongehuwde schoonzus Dirkje van Rusten in huis. Willemina verdiende de kost als baakster en kraambewaarster, Dirkje als schoonmaakster.


Foto van de bocht van het Achterom, genomen vanaf de “Hoogbrug” aan de Lange Geer in 1923. Centraal het zicht op het voormalige Achterom 65 naast de ingang naar de Ham.

Na Dirkjes dood bleef het huis in de familie. Zoon Dirk van der Struijf nam het over. Hij voer als veerschipper tussen Delft en Rotterdam. Na diens dood, in 1871, brachten zijn erfgenamen het huis in veiling. Zij zagen echter van de verkoop af, omdat zij het bod te laag vonden. Vijf jaar later splitsten ze het pand in een voor- en een klein achterhuis (in de Ham). Het voorhuis verkochten zij vervolgens aan tuinder Jean Elffrich. Het achterhuis bleef nog geruime tijd in de familie.
In de bijna honderd jaar waarin het huis in eigendom was van de familie Van der Struijf werd het intensief door meerdere gezinnen uit de familie bewoond. Soms door twee gezinnen tegelijk. Weduwen hoefden ook geen onderkomen elders te zoeken.

Laatste bewoners
De laatste bewoner van het pand was vanaf 1902 uitdrager Bastiaan Gerrebrands. Hij was de zoon van een alleenstaande moeder en trouwde in 1870 met Clazina Martens. Bastiaan pakte van alles aan, zo was hij olieslager (1870), sjouwer (1872), pakhuisbediende (1874), agent van politie (1879), koopman (1884), winkelier (1891) en uitdrager (1902). Het stel kreeg twee zonen die beiden niet lang na hun geboorte overleden. Vanaf 1915 trok een ongetrouwde zus van Clazina bij hen in, de dienstbode Anna Martens. Toen zij in 1902 in het huis trokken, was dat voor de tweede keer. Achttien jaar eerder hadden zij er in ook al eens een jaartje gewoond. Aan hun tweede verblijf kwam pas na ruim twintig jaar een einde toen zij in 1923 alle twee kort na elkaar overleden.

Hoe beroerder de bouwkundige staat, hoe geliefder een huis vaak bij kunstenaars. Zo was ook Achterom 63 een populair schilderobject, zelfs nog jaren na de afbraak. In 1918 schilderde Berend Bongers (1866-1949), tekenleraar aan de HBS in Delft het pandje (links). In het midden een tekening van de Haagse kunstenaar Han Krug (1890-1977). Rechts een litho uit 1943 van E.M. Machielsen van het ‘Poortje van Frans Pouwels’ naar de Ham tussen de inmiddels al lang afgebroken panden. Ook Cor van Oel (zie bovenaan de pagina) en Van Eden (zie Achterom 63) namen het winkelpandje op de korrel.

Sloop
Bij een systematisch onderzoek naar de woontoestanden in de stad werd het huis op 27 mei 1907 onderzocht door de gezondheidscommissie. Haar rapportage luidde het einde van de eeuwenoude woning in. De commissie beoordeelde de zolderkap van het “zeer oude perceel” als bijzonder slecht. De zijgevel van het pand aan de zijde van Den Ham stond uit het lood en moest onmiddellijk worden hersteld. Doorslaande buitenmuren waren hier en daar vochtig. Zie hier voor het onderzoeksformulier van de Gezondheidscommissie voor dit huis.
Door het uitblijven van voldoende herstel verklaarde de gemeenteraad, na het overlijden van de laatste bewoners, in november 1923 het huis onbewoonbaar. Het krot was toen eigendom van slager Johannes Vredenbregt.
De sloop vond plaats in maart 1925. Tien jaar later diende een van de erven van de inmiddels overleden huisbaas nog een verzoek in voor de nieuwbouw van een beneden- en bovenwoning. Die vergunning werd wel verleend, maar tot bouwen kwam het niet. Slager Anton Steijger, inmiddels de eigenaar van het gesloopte perceel, kreeg in 1935 een aanzegging de braak liggende grond te omheinen. Hij verhuurde het perceel daarop aan groenteboer Pieter van der Kruk, die ernaast woonde. Deze gebruikte het decennia lang voor opslag.

 

Piet van der Kruk

>> Zie hier voor meer informatie over bronnen, eigenaren en bewoners van Achterom 65

Geplaatst: 28 april 2018 / Laatste wijziging: 7 december 2020


Beschilderde houtsnede van de Delftse kunstenaar
Cor van Oel, 1920.


De huidige situatie van de Ham met het voormalige perceel geprojecteerd op het fietspad.


Het huis omstreeks 1920. Tekening Piet Kramer.


Plateeldraaier aan het werk. Afbeelding van een centenprent


Rechts de achterzijde van Achterom 65 in de Ham. Houtsnede van Cor van Oel, circa 1920.


1675, Kaart figuratief Achterom met in de bocht voor De Ham het huis Achterom 65


Verkoopadvertentie Delftsche Courant 12 juli 1871


Aankondiging van de gouden bruiloft van Bastiaan Gerrebrands en Clasina Martens,
Delftsche Courant 4 nov 1920.


Blik in de Ham in 1947. De schutting links omheint de grond waarop tot aan de sloop in 1925 Achterom 65 stond. De Ham is nog in ongeschonden staat. De dames op de kiek zijn Maartje en Annie Goudswaard.


Het gat van de Ham met op de achtergrond de dominante gashouder en links de schutting rond het afgebroken perceel van Achterom 65.

 
www.achterdegevelsvandelft.nl - Facebook: www.facebook.com/AchterdegevelsvanDelft - Twitter: twitter.com/AchterdgvDelft