Binnenwatersloot
28 bestaat tegenwoordig formeel niet meer. Het is nu een Siamese
tweeling met het naastgelegen nr 26, dat als enige nog een voordeur
heeft. Maar eeuwenlang is het voormalige nr 28 een pand waar
neringdoenden hun bedrijf of handel dreven waar wekelijks vele
buitenlui uit het Westland door de `Waterslootse Poort’ de
stad binnenkwamen.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zat hier een
Joodse boekhandel, waarmee het slecht afliep. Ruim een eeuw eerder
werden in dit pand een aantal Delftenaren gearresteerd die hier
samenzwoeren over een kerkscheuring. En kort geleden kwam het pand in
het
nieuws toen kunsthistorici ontdekten dat in het Museum voor Schone
Kunsten in Antwerpen een familieportret hangt van bewoners van dit huis
in het begin van de 17e eeuw: dokter Cornelis van der Heijde en zijn
gezin.
Verdwenen
trapgevel
Tot 1847 stond hier aan de gracht de
Waterslootsepoort. Die zware stadspoort werd in dat jaar afgebroken
vanwege de aanleg van het spoor. Aan de gracht, die in de 15e eeuw nog
de naam Watersloot Binnen droeg, legden dagelijks vracht- en
trekschuiten aan die personen en goederen vervoerden naar omliggende
plaatsen. Binnenwatersloot 28 is tegenwoordig een
gemeentelijk monument. Volgens de omschrijving stamt het uit de 17e
eeuw of eerder (maar niet eerder dan 1536 toen de grote stadsbrand hier
alles verwoestte). Inwendig is nog veel van de oorspronkelijke
structuur aanwezig. Het voorhuis bestaat uit twee woonlagen en een
zolder. Het achterhuis is lager met daarop een zadeldak.
In vroeger eeuwen had het pand hoogstwaarschijnlijk een
trapgevel met daarin op de verdiepingen vier zogenoemde
‘kruiskozijnen’, stevige kozijnen met daarin een
viertal glas-in-lood vensters. Eind 18e eeuw of begin 19e eeuw is de
steile hoge zolderkap achter de voormalige tapgevel aan de voorkant
afgeschuind en kreeg de gevel een strakke rechte daklijst. De vensters
op de zolderverdieping werden daarbij tot een minimum werden
teruggebracht, al werden de kozijnen daarvan wel opmerkelijk zwaar
uitgevoerd. Op de verdieping daaronder werden de vensters juist flink
vergroot, nu grotere glas-oppervlakten mogelijk waren. Een aquarel uit
de jaren 1830-’40 waarop het huis staat afgebeeld, toont aan
dat die ingreep toen reeds zijn beslag had gekregen. De
huidige dakkapel op zolder is kort na 1960 aangebracht, waarschijnlijk
om de zolder aan studenten te kunnen verhuren.
Waterslootsepoort
aan de zijde van de Binnenwatersloot. Zwart-wit foto (uit 1926) van een
aquarel uit de jaren 1830-1840 van onbekende maker in
privé-collectie. (Foto Beeldbank RCE) | Van
dezelfde onbekende schilder een doorkijkje door de
Waterslootsepoort, met rood gemarkeerd het huidige
nr 28. (Foto Beeldbank RCE) |
Binnenplaats
met snuivertje
In de 19e eeuw wordt het huis tweemaal ter
veiling aangeboden. Volgens een advertentie in de Rotterdamsche Courant
van maart 1842 had het toen nog een open binnenplaats en een (inmiddels
ook verdwenen) kelder en boven een kleeder-of droogzolder.
De Delftsche Courant van 17 oktober 1856 geeft nog wat meer
informatie. Er was toen sprake van een ruime winkel (met een
“Negotie in Tabak, Sigaren, Snuif, Koffij en Thee), een
behangen woonkamer met daarachter een vertrek voorzien van stookplaats.
Op de binnenplaats was een snuivertje (stookhok/kookhuisje). Het
achterhuis had boven twee behangen kamers met stookplaatsen, die te
huur waren voor achttien gulden per maand.
Siamese
tweeling
In 1956 koopt de modezaak Sinke, die dan haar
winkel heeft in nr 28, het belendende pand nr 26. Kort daarna laat ze
op de begane grond een voor die tijd hypermoderne betonnen inloop-pui
aanbrengen die beide panden met elkaar verbindt. In 1963 wordt een deel
aan van het achterhuis verkocht aan de buren van Binnenwatersloot 30
ter uitbreiding van de winkel aldaar. In 1969 volgt
opnieuw een verbouwing van de winkelruimte van 26 en 28, waarbij de
muur tussen de twee panden beneden grotendeels wordt weggebroken en de
inloop-pui een centrale ingang krijgt. De oude houten balken boven de
winkelruimte worden daarbij vervangen door een stalen constructie.
In 2006 wordt de pui opnieuw gewijzigd als Holtkamp Holding
BV hier een filiaal vestigt van De Hypotheker. De opening tussen nummer
26 en 28 wordt dan weer dichtgemetseld en de ingang komt nu op nummer
26. Nummer 28 krijgt een groot etalageraam met daarnaast een smaller
raam en de ingang komt aan de achterzijde in de Kloksteeg en verdwijnt
daarmee als huisnummer op de gracht.
(Gecroonde)
Pollepel en Rijzende Zon
In de 16e eeuw staat het huis bekend als
“de Pollepel”. In de 17e en 18e eeuw wordt dat
geregeld ook “de Gecroonde Pollepel”. De eerder
genoemde advertentie uit 1842 heeft het over het pand “van
ouds genaamd de Gekroonde Pollepel, thans de Rijzende Zon”,
dat dadelijk kan worden aanvaard. Het gaat dan om: “een tot
Winkel ingerigt en tot alle soort van Nering extra welgelegen Huis en
Erve, waarin tot onlangs winkel is gedreven in Tabak, Koffie, Thee en
Kruidenierswaren.”
De huisnaam Pollepel wekt de suggestie van een
horeca-gelegenheid, maar daarvan is in de archieven toe nu toe niets
terug te vinden. In 1553 betaalt Adryaen Janszoon hier belasting. Hij
is snijder (kleermaker) en later “sceraer”, oftewel
droogscheerder, iemand die weefsels mooi glad maakt voor de verkoop. In
1574 blijkt hij ook kwartiermeester van de buurwacht, die de stad moet
helpen verdedigen tijdens de Opstand. Zijn huis heette toen reeds De
Pollepel. Zijn weduwe Pietergen Jansdochter blijft daarvan eigenaar tot
1591. In 1597 verkoopt ene Dirk Janszoon Pollepel het huis
voor 1725 gulden aan de wielmaker Wouter Arijensz. Dirck heeft zijn
achternaam (voor veel Delftenaren destijds nog een nieuw verschijnsel)
in dit geval vermoedelijk ontleend aan die van het huis. Na Wouters
dood in 1600 erft zijn zoon Ariën het pand. Ook hij is
wielmaker, op een mooie locatie waar veel boeren met wagens de stad
binnenkomen. Hij is dan sinds twee jaar getrouwd met Annitgen van
Wonder. Na de dood van Ariën hertrouwt deze Annitgen met de
rijke Haagse grootgrondbezitter Joris Cornelisz van Waelsdorp en gaat
met hem in De Haag in het huis de Croon wonen. Het huis aan de
Binnenwatersloot wordt dan vermoedelijk enige tijd verhuurd, onbekend
aan wie.
Familieportret van het gezin van dr Cornelis van der Heijde,
geschilderd in 1638 door Jan Daemen Cool. (Collectie Museum voor Schone
Kunsten Antwerpen)
|
Doctor chirurgijn Cornelis van
der Heijde met gezin op doek
Ariens dochter, die (Adriana) Ariaentgen van
der Buijser genoemd wordt, trouwt 16 november 1631 met Cornelis van der
Heijde, en gaat met hem het huis bewonen. Hij is de zoon van de
apotheker Pieter van der Heyde (zie Wijnhaven
20) en net een jaar
afgestudeerd als doctor chirurgijn aan de Universiteit van Padua, in
die tijd grote voorloper in de praktische geneeskunde. In 1623 was hij
zijn medicijnenstudie begonnen in Leiden. Zowel Cornelis als
Adriaentgen zijn katholiek. Zij krijgen vijf dochters,
waaronder een tweeling. Cornelis overlijdt al op jonge leeftijd op 8
november 1638 en wordt begraven in de Oude Kerk. Kort voor zijn
overlijden maakt de Rotterdamse schilder Jan Daemen Cool een portret
van dit gezin, naar kunsthistorisch onderzoek recent heeft uitgewezen.
Het schilderij hangt sinds 1934 in het Museum voor Schone Kunsten in
Antwerpen, maar lang was onbekend wie daarop stonden afgebeeld. Meer
over de speurtocht naar het gezin op dit familieportret is te zien in
een aflevering 4 van het programma Kunstraadsels in 2017, of in het
(Engelstalig) artikel van de onderzoekers uit 2020 in het Oud Holland
Journal for Art in the Low Countries. (2x link)
Ariaentgen overleeft niet alleen haar man, maar ook vier
van de vijf kinderen van het schilderij. Als zij in 1677 overlijdt, is
alleen haar dochter Anna nog in leven. De doktersweduwe woont nog tot
1648 op de Binnenwatersloot. In 1641 krijgt zij een fors conflict met
haar buurman koperslager Nicolaas Arentsz van der Linde. Na een zware
regenbui loopt het water uit zijn goten bij haar langs de muren naar
binnen. Het bederft ook het water in haar regenbak, dat zo stinkt dat
het niet meer te gebruiken is, klaagt zij in verklaringen bij de
notaris. De zaak komt voor het Gerecht en Nicolaas onderneemt actie
maar lost het probleem klaarblijkelijk niet naar tevredenheid op want
de weduwe dreigt opnieuw naar de Schepenen te stappen.
Duitse
kruidenier
Vanaf 1648 is kruidenier Arent Hoffmeester
eigenaar van het huis. Onder kruiden werden in die tijd vooral
koloniale waren verstaan, die de VOC en WIC ons land binnenbrachten.
Hoffmeester is als immigrant twintig jaar eerder uit het Duitse Detmold
in het graafschap Lippe naar Delft gekomen en Luthers. In zijn
testament uit 1664 bedeelt hij die kerk royaal.
Slijter
en witwerker
Een groot deel van de 18e eeuw zijn hier vader
en zoon De Bruijn eigenaar-bewoner. In 1734 koopt Maria Caboor het huis
voor 2150 gulden op afbetaling voor haar minderjarige zoon Jacobus de
Bruijn. In 1749 blijkt hij hier ‘slijter van
‘gedistilleerde wateren’ en bewoont het huis met
vrouw en vier kinderen. Ze hebben een meid ‘in de halve
kost’ (dus niet inwonend). In 1767 wordt hij met 12 dragers
naar zijn graf in de Oude Kerk gebracht. Zijn zoon, die ook Jacob heet,
is hier vervolgens tot 1798 meester witwerker (meubelmaker van goedkoop
- veelal geverfd - naaldhout).
Bezemmaker
Daarna heeft bezemmaker Abraham van der Pand hier zijn
bedrijf. Hij koopt de De Gekroonde Pollepel in 1798 (in een tijd waarin
de huizenprijzen in Delft een dieptepunt naderen) voor 1050 gulden. De
oven die in het pand zit, neemt hij niet over bij de koop, wel betaalt
hij honderd gulden extra voor de overname van onder andere een
toonbank, een lessenaar en winkelplanken in het voorhuis, een
“op doek geschilderd raam”, een vergulde lijst om
het raamkozijn en een zonnescherm in ’t kantoortje, een
kabinet in de gang en diverse gordijnen en bedsteden.
Na de dood van Van der Pand in 1811 vestigt grofsmid
Theodorus Nieustadt uit Zevenaar zich in 1819 op de Binnenwatersloot.
Behalve smid is hij ook kroeghouder.
Huissamenkomsten
bij snuifmolenaar
In de jaren dertig van de 19e eeuw is het huis
eigendom van Jan van der Feijst en Antonia Kiene. Hij is van beroep
snuifmolenaar en tabaksopkoper. In snuifmolens wordt tabak verwerkt tot
snuiftabak. In 1817 is Jan voor de helft eigenaar van de snuifmolen Het
Vergulde Anker aan het Zuideinde, buiten de Kethelpoort. Tegelijkertijd
is hij ook molenaar op Molen de Stier langs de Vliet in Rijswijk. Of
hij ook van deze molen (mede) eigenaar was, is niet duidelijk. In
de 19e eeuw speelt er een nieuwe godsdienststrijd in Nederland. Veel
gelovigen voelen zich niet meer thuis bij de Nederlands Hervormde Kerk
en willen zich afscheiden. Jan en Antonia behoren daar ook toe. Zij
stellen hun huis open voor huissamenkomsten waarin psalmen worden
gezongen, schrijfsels van reeds lang overleden orthodoxe predikanten
worden gelezen en men elkaar bevraagt over het geestelijk leven. Deze
groep orthodoxen wordt niet door iedereen gewaardeerd en door
autoriteiten gewantrouwd. Hun samenkomsten worden af en toe verstoord
door personen die hen komen bespotten en beledigen. Reden voor de
politie om zondag 20 maart 1836 de bijeenkomst bij Van der Feijst te
ontbinden en een aantal aanwezigen te arresteren wegens verboden
samenscholing. Lees hier meer over dit incident en de
rechtszaak die
daarop volgde. Rond 1840 verhuizen Jan en zijn
vrouw
Antonia van de Binnenwatersloot. In het bevolkingsregister staan ze
later als Christelijk Afgescheiden geregistreerd. Jan wordt diaken bij
deze nieuwe kerk.
Schilderij
van een conventikel of huiskamersamenkomst van dolerende gelovigen, in
dit geval in het Groningse Midwolda omstreeks 1840, geleid door dominee
H. de Cock. (Schilder en verblijfplaats van schilderij onbekend)
|
Zeilmaker en afgescheiden
predikant
In 1828 is Pieter Zonne (mede)eigenaar van
Binnenwatersloot 28. Of hij er echt heeft gewoond is onwaarschijnlijk.
Al zijn acht kinderen worden tot aan 1842 geboren op het Achterom.
Slechts drie kinderen overleven hun eerste jaar. Eén kindje
wordt doodgeboren. Maar liefst vier dochtertjes die opeenvolgend worden
genoemd naar hun moeder Adriana Wilhelmina overlijden al in hun eerste
levensjaar.
Pieter is een van de bezoekers van de huisbijeenkomst bij
Jan van der Feijst, waar de politie tegen optrad. Tijdens de rechtszaak
vertelt hij dat hij door vrienden uit Rotterdam is gewaarschuwd dat die
samenkomst waarschijnlijk verstoord zou gaan worden. In 1840 besluit
hij zich af te scheiden van de Nederlands Hervormde Kerk en wordt
gekozen tot ouderling bij de Christelijk Afgescheiden Gemeente te
Delft. In 1842 wordt hij predikant van de Afgescheidenen in het
Brabantse Genderen. Van daaruit vertrekt hij vijf jaar later met andere
gelovigen naar de Verenigde Staten.
Verkoopadvertentie van het huis in de Rotterdamsche Courant van 22 maart 1842.
|
Tabak en muziek Van 1856 tot in 1862 drijven
Barend van Emden en Catharine Freuselot hier de tabaks-en
sigarenfabriek “de Rijzende Zon”. Zij verkopen
koffie, thee, tabak, snuif en sigaren, waaronder echte Soerabaische
Sigaren. In de Delftsche Courant vragen zij om leerlingen die het
tabaksvak “in zijn geheele omvang grondig (willen)
leren”. De zaken gaan waarschijnlijk toch niet zo goed want
in november 1862 verschijnt in diezelfde krant de aankondiging van een
Geregtelijke Verkooping. De deurwaarder zal ter plekke
“overgaan tot openbaren verkoop” van in beslag
genomen goederen, “waaronder een partij Tabak en
Sigaren”. -
In huis woont in die tijd ook muziekonderwijzeres
Wilhelmina Florijn. Zij adverteert 2 oktober 1860 in de Delftsche
Courant voor een zangcursus voor jonge juffrouwen, twee keer per week,
’s avonds van zeven tot acht uur op de Binnenwatersloot 28.
De kosten: zes gulden vijftig per kwartaal. In de advertentie worden
ook piano’s te huur en te koop aangeboden.
Advertentie van de tabak- en sigarenfabriek De Rijzende Zon in de
Delftsche Courant van 9 maart 1858.
| Binnen
zes jaar werd alweer een gerechtelijke verkoping van de inboedel van de
tabaksfabriek aangekondigd in de Delftsche Courant van 11 november
1862.
| H.
Hunnemeijer meldt de opening van zijn ‘affaire in
manufacturen’ in de Delftsche Courant van 23 augustus 1864.
| C.A.
de Vries houdt uitverkoop van katoentjes en korsetten. Delftsche
Courant, 25 april 1875.
| De
Binnenwatersloot in 1901. In het midden de servieswinkel van M.J.
Reichert op nr 28. (foto Louis Drabbe)
|
Allerhande winkels
De volgende uitbater is H. Hunemeijer jr., die
op 23 augustus 1864 een manufacturenhandel opent.
Tegen het einde van deze eeuw wordt er door de firma Weduwe
J. Reichert & Zn glas, porselein, luxeartikelen,
galanterieën, speelgoed en parfumerieën verkocht.
Tussen 1918 en 1926 wordt er weer gehandeld in koffie en
thee door Arend Hendrik Huussen en vestigt zich er voor korte tijd een
A.B.C.-confectiewinkel. Vanaf 1926 heeft D. Dijkstra er
enige jaren een winkel “in boter, kaas, fijne vleeschwaren,
koffie, thee en wijnen”.
Technische
Boekhandel
Tien juni 1930 opent de Technische Boekhandel Gebr. Garnade
haar deuren op de Binnenwatersloot 28. De gebroeders Samuel en David
Garnade zijn daarin opdat moment echter zelf niet meer actief. Zij
hebben hun zwager Jacques van Geldere aangesteld als bedrijfsleider.
Hij wordt ook eigenaar van het pand en neemt samen met zijn zoon Philip
de zaken waar. Jacques vrouw, Veronica Garnade, is kort tevoren
overleden. Delftsche Courant zet op 13 en 14 juni 1930 de
potentiële adverteerder in de bloemetjes: “
(…) Van af 1902 reeds in. Delft gevestigd, heeft de
boekhandel een reputatie verworven, waaraan niet valt te tornen. Vooral
niet nu haar verhuizing uit de Choorstraat naar Binnenwatersloot 28
zoo'n vooruitgang mag heeten. In de eerste plaats de buitenzijde: twee
keurige etalages met een groote keuze boekwerken ter weerszijden van
een deur. Het interieur is geheel in de sfeer gehouden, die bij een
ernstiger boekhandel past: donkerbruin. Links bevinden zich langs de
wanden, groote, stofvrije kasten voor luxewerken, waarbij het laatste
gedeelte weer in tweeën is gedeeld, zoodat men zeer
gemakkelijk de uitgebreide collectie kan, bezichtigen. Rechts, , achter
de toonbanken, werden open kasten aangebracht, evenals de overzijde,
reikend van den vloer tot aan het plafond. Op den achtergrond geeft een
deur toegang tot het kantoor, geriefelijk en doelmatig ingericht. We
gelooven dan ook wel dat den bedrijfsleider, den heer Ph. van Gelderen
alle uiterlijke middelen ten dienste staan om den groei van deze zaak
nog voorspoediger te doen worden. Delft is daarmede intusschen een
fraaien boekhandel rijker geworden: in deze stad van studie nimmer een
overbodige weelde.”
Naast technische boeken, kantoorboeken en schoolboeken(ook
2e hands) verkoopt de zaak ook kantoor- en schrijfbenodigdheden, zoals
Remington schrijfmachines. Ook maakt de winkel reclame
voor autorijlessen voor 1,50 gulden per uur. Daarnaast worden er ook
kaarten verkocht voor allerlei evenementen, zoals voor een
propaganda-lezing van de broederschap “Ancient order of
foresters” op 10 februari 1932. En loten te koop aangeboden
ten behoeve van een loterij voor “de joodsche invalide
“. Voor meer informatie kan de geïnteresseerde
bellen naar telefoonnummer 508. In 1935 wil Van Geldere
een uithangbord aan de gevel bevestigen. De schoonheidscommissie
beslist dat dat alleen toegestaan wordt als het een eenvoudig bord
wordt zonder penhouder en stang.
Onteigend
en vermoord
Zowel de familie Garnade als Van Geldere is
van Joodse afkomst. Dat breekt hen tijdens de Duitse bezetting op. In
oktober 1942 wordt hen de boekhandel ontnomen en door de bezetter aan
een beheerder toevertrouwd. Philip is dan al opgepakt. In augustus 1942
zit hij samen met lotgenoten in een loods in Rotterdam. De Joodsche
Raad afdeling Rotterdam probeert hem nog vrij te pleiten van deportatie
vanwege zijn astma-aanvallen. Maar dat mag niet baten. Op 5 maart wordt
hij samen met zijn vader en andere Joodse Delftenaren via Westerbork
naar Sobibor in Polen gedeporteerd. Acht dagen later worden Philip en zijn
vader Jacques in dit concentratiekamp vermoord. Ondertussen
sluit de door de nazi’s aangestelde beheerder, J. G. van
Ditmarsch, de technische boekhandel. Dezelfde had zich ook de
Academia-boekhandel op de Oude Delft (nr 101) van Martin Cohen
toegeëigend, waar hij een NSB-propagandawinkel van maakte.
Voor het winkelpand op de Binnenwatersloot wordt geen koper
gevonden. De vastgoedorganisatie van de bezetter (A.N.B.O.) verhuurt
het aan de aardappeldistributie-organisatie V.B.N.A. Die instelling
wordt in november 1946 opgeheven. In juni 1947 stelt de
arrondissementsrechtbank van Den Haag vast dat vader en zoon Van
Geldere op 13 maart 1943 in Sobibor zijn overleden. Daarmee kan de
vererving naar de overlevende leden van de familie Garnade formeel zijn
beslag krijgen en kon hun jarenlange bureaucratische lijdensweg
beginnen om te proberen nog iets van de misgelopen huurpenningen uit de
oorlogsperiode terug te vorderen. En of er nog iets op Van Ditmarsch te
verhalen valt. De secretaris van de Kamer van Koophandel
doet 18 november 1949 bij de boekhandel administratief de deur dicht
door “te handelen als ware opgaaf gedaan van de opheffing van
deze zaak”.
Modezaak
Begin jaren 1950 koopt de firma Jac. Sinke & Zn het
pand, waarin zij na de oorlog al eerder als huurder een modezaak voor
dameskleding begonnen. Vanaf 1956 wordt het buurpand nummer 26 erbij
getrokken. In 2005 treffen we een filiaal van De
Hypotheker aan en in 2022 vindt de flitsbezorgingsdienst Getir er een
uitvalsbasis om vanuit de Kloksteeg (waar het achterhuis van
Binnenwatersloot 28 aan grenst) mensen de door hun bestelde
boodschappen binnen 10 minuten te bezorgen. Op dit moment
(zomer 2024) staat het pand leeg.
Carla de Bruin
Zie
hier voor meer informatie over bronnen, eigenaren en bewoners van
Binnenwatersloot 28.
Geplaatst:
28 september 2024
|
| Rechts
Binnenwatersloot 28 en daarnaast haar iets kleinere evenknie nr 26 in
oktober 2023. (Foto Kees van der Wiel)
Reconstructietekening
van de mogelijke voorganger van de voorgevel in vroeger eeuwen. (Tekening
Kees van der Wiel)
Het
pand met binnenplaats (destijds nog niet doorlopend tot de Kloksteeg)
rood gemarkeerd op de oudste kadastrale kaart uit de periode 1825-1830.
De
huisnaam ‘Inde Pollelepel’ genoemd in het
belastingregister van de honderdste penning uit 1578.
Een
wielmaker in actie op een prent van Jan en Casper Luyken in hun
“Spiegel van het Menselijk Bedrijf” uit 1694.
(Collectie
Rijksmuseum)
Een
moderne betonnen pui verenigt de panden 26 en 28 van de modezaak Sinke
op deze foto uit 1964. Ook de dakkapel op de zolderverdieping van 28 is
nieuw. Op een soortgelijke foto uit 1960 zat de onderpui er al wel,
maar de dakkapel nog niet. (Foto F. Dukker, RCE)
De modezaak van Sinke met een nogmaals vernieuwde winkelpui uit 1969.
(Foto Ton Kerklaan, 1989)
De
kleine lettertjes in de koopakte van 1798, waarin de inrichting
wordt omschreven die bezemmaker Van der Pand van de vorige eigenaar zal
overnemen.
Het
titelblad van een psalmboek uit 1738. (Collectie Rijksmuseum)
Bord
ter nagedachtenis aan het Settlement van Pieter Zonne in het
tegenwoordige Cedar Grove in Winsconsin (USA), waar hij met zijn
aanhangers in 1847 neerstreek en ruim 200 boerderijen stichtte.
Verkoopadvertentie
in de Delftsche Courant van 17 oktober 1856.
Advertentie
voor de openbare verkoping van de spullen van agent en winkelier Pierre
Fischler toen hij het pand verliet. Delftsche Courant, 6 maart 1857.
Aanbieding
van een warm water bad bij de verkoping in de Delftsche Courant van 20
maart 1857.
Advertentie
voor de pianolessen en een piano van mej. Floryn in de Delftsche
Courant van 19 november 1858.
Sinterklaas-aanbiedingen
van fa. Reichert in de Delftsche Courant van 26 november 1893.
De
etalage van de servies en speelgoed-winkel van Melchior Reichert begin
1900 (fotograaf onbekend) Helaas stond de uitbater tijdens het nemen
van de foto niet goed stil.
Advertentie.
Delftsche Courant, 8 januari 1928.
De
Techn. Boek- en Kantoorboekhandel van de fa. Gebr. Garnade in 1934.
(foto Openbare Werken, genomen vanwege verbouwing van nr 26)
Advertentie.
Delftsche Courant, 5 september 1934.
Het
document waarmee de bezetter op 24 oktober 1942 het kadaster meedeelde
dat zij het Joods eigendom Binnenwatersloot 42 ‘in
beheer’
nam.
De brief waarmee de Joodsche Raad op 14 augustus 1942 tevergeefs Philip
van Geldere vanwege zijn astma-aanvallen van deportatie probeerde vrij
te pleiten.
Advertentie in de Margriet van 3 mei 1969 voor jurkjes die onder meer
bij de firma Sinke te koop waren.
Een aantal jaren geleden is deze creatieve oplossing bedacht om de
opslag van een flits-bezorgdienst aan het zicht te onttrekken.
(Fotograaf onbekend)
|