Binnenwatersloot 28
www.achterdegevelsvandelft.nl

Gekroonde Pollepel en Rijzende Zon

NB: Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.

Binnenwatersloot 28 bestaat tegenwoordig formeel niet meer. Het is nu een Siamese tweeling met het naastgelegen nr 26, dat als enige nog een voordeur heeft. Maar eeuwenlang is het voormalige nr 28 een pand waar neringdoenden hun bedrijf of handel dreven waar wekelijks vele buitenlui uit het Westland door de `Waterslootse Poort’ de stad binnenkwamen.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zat hier een Joodse boekhandel, waarmee het slecht afliep. Ruim een eeuw eerder werden in dit pand een aantal Delftenaren gearresteerd die hier samenzwoeren over een kerkscheuring. En kort geleden kwam het pand in het nieuws toen kunsthistorici ontdekten dat in het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen een familieportret hangt van bewoners van dit huis in het begin van de 17e eeuw: dokter Cornelis van der Heijde en zijn gezin.

Verdwenen trapgevel
Tot 1847 stond hier aan de gracht de Waterslootsepoort. Die zware stadspoort werd in dat jaar afgebroken vanwege de aanleg van het spoor. Aan de gracht, die in de 15e eeuw nog de naam Watersloot Binnen droeg, legden dagelijks vracht- en trekschuiten aan die personen en goederen vervoerden naar omliggende plaatsen.
Binnenwatersloot 28 is tegenwoordig een gemeentelijk monument. Volgens de omschrijving stamt het uit de 17e eeuw of eerder (maar niet eerder dan 1536 toen de grote stadsbrand hier alles verwoestte). Inwendig is nog veel van de oorspronkelijke structuur aanwezig. Het voorhuis bestaat uit twee woonlagen en een zolder. Het achterhuis is lager met daarop een zadeldak.
In vroeger eeuwen had het pand hoogstwaarschijnlijk een trapgevel met daarin op de verdiepingen vier zogenoemde ‘kruiskozijnen’, stevige kozijnen met daarin een viertal glas-in-lood vensters. Eind 18e eeuw of begin 19e eeuw is de steile hoge zolderkap achter de voormalige tapgevel aan de voorkant afgeschuind en kreeg de gevel een strakke rechte daklijst. De vensters op de zolderverdieping werden daarbij tot een minimum werden teruggebracht, al werden de kozijnen daarvan wel opmerkelijk zwaar uitgevoerd. Op de verdieping daaronder werden de vensters juist flink vergroot, nu grotere glas-oppervlakten mogelijk waren. Een aquarel uit de jaren 1830-’40 waarop het huis staat afgebeeld, toont aan dat die ingreep toen reeds zijn beslag had gekregen.
De huidige dakkapel op zolder is kort na 1960 aangebracht, waarschijnlijk om de zolder aan studenten te kunnen verhuren.


Waterslootsepoort aan de zijde van de Binnenwatersloot. Zwart-wit foto (uit 1926) van een aquarel uit de jaren 1830-1840 van onbekende maker in privé-collectie. (Foto Beeldbank RCE)

Van dezelfde onbekende schilder een doorkijkje door de Waterslootsepoort, met rood gemarkeerd het huidige nr 28. (Foto Beeldbank RCE)

Binnenplaats met snuivertje
In de 19e eeuw wordt het huis tweemaal ter veiling aangeboden. Volgens een advertentie in de Rotterdamsche Courant van maart 1842 had het toen nog een open binnenplaats en een (inmiddels ook verdwenen) kelder en boven een kleeder-of droogzolder.
De Delftsche Courant van 17 oktober 1856 geeft nog wat meer informatie. Er was toen sprake van een ruime winkel (met een “Negotie in Tabak, Sigaren, Snuif, Koffij en Thee), een behangen woonkamer met daarachter een vertrek voorzien van stookplaats. Op de binnenplaats was een snuivertje (stookhok/kookhuisje). Het achterhuis had boven twee behangen kamers met stookplaatsen, die te huur waren voor achttien gulden per maand.

Siamese tweeling
In 1956 koopt de modezaak Sinke, die dan haar winkel heeft in nr 28, het belendende pand nr 26. Kort daarna laat ze op de begane grond een voor die tijd hypermoderne betonnen inloop-pui aanbrengen die beide panden met elkaar verbindt. In 1963 wordt een deel aan van het achterhuis verkocht aan de buren van Binnenwatersloot 30 ter uitbreiding van de winkel aldaar.
In 1969 volgt opnieuw een verbouwing van de winkelruimte van 26 en 28, waarbij de muur tussen de twee panden beneden grotendeels wordt weggebroken en de inloop-pui een centrale ingang krijgt. De oude houten balken boven de winkelruimte worden daarbij vervangen door een stalen constructie.
In 2006 wordt de pui opnieuw gewijzigd als Holtkamp Holding BV hier een filiaal vestigt van De Hypotheker. De opening tussen nummer 26 en 28 wordt dan weer dichtgemetseld en de ingang komt nu op nummer 26. Nummer 28 krijgt een groot etalageraam met daarnaast een smaller raam en de ingang komt aan de achterzijde in de Kloksteeg en verdwijnt daarmee als huisnummer op de gracht.

(Gecroonde) Pollepel en Rijzende Zon
In de 16e eeuw staat het huis bekend als “de Pollepel”. In de 17e en 18e eeuw wordt dat geregeld ook “de Gecroonde Pollepel”. De eerder genoemde advertentie uit 1842 heeft het over het pand “van ouds genaamd de Gekroonde Pollepel, thans de Rijzende Zon”, dat dadelijk kan worden aanvaard. Het gaat dan om: “een tot Winkel ingerigt en tot alle soort van Nering extra welgelegen Huis en Erve, waarin tot onlangs winkel is gedreven in Tabak, Koffie, Thee en Kruidenierswaren.”
De huisnaam Pollepel wekt de suggestie van een horeca-gelegenheid, maar daarvan is in de archieven toe nu toe niets terug te vinden. In 1553 betaalt Adryaen Janszoon hier belasting. Hij is snijder (kleermaker) en later “sceraer”, oftewel droogscheerder, iemand die weefsels mooi glad maakt voor de verkoop. In 1574 blijkt hij ook kwartiermeester van de buurwacht, die de stad moet helpen verdedigen tijdens de Opstand. Zijn huis heette toen reeds De Pollepel. Zijn weduwe Pietergen Jansdochter blijft daarvan eigenaar tot 1591.
In 1597 verkoopt ene Dirk Janszoon Pollepel het huis voor 1725 gulden aan de wielmaker Wouter Arijensz. Dirck heeft zijn achternaam (voor veel Delftenaren destijds nog een nieuw verschijnsel) in dit geval vermoedelijk ontleend aan die van het huis. Na Wouters dood in 1600 erft zijn zoon Ariën het pand. Ook hij is wielmaker, op een mooie locatie waar veel boeren met wagens de stad binnenkomen. Hij is dan sinds twee jaar getrouwd met Annitgen van Wonder. Na de dood van Ariën hertrouwt deze Annitgen met de rijke Haagse grootgrondbezitter Joris Cornelisz van Waelsdorp en gaat met hem in De Haag in het huis de Croon wonen. Het huis aan de Binnenwatersloot wordt dan vermoedelijk enige tijd verhuurd, onbekend aan wie.


Familieportret van het gezin van dr Cornelis van der Heijde, geschilderd in 1638 door Jan Daemen Cool. (Collectie Museum voor Schone Kunsten Antwerpen)

Doctor chirurgijn Cornelis van der Heijde met gezin op doek
Ariens dochter, die (Adriana) Ariaentgen van der Buijser genoemd wordt, trouwt 16 november 1631 met Cornelis van der Heijde, en gaat met hem het huis bewonen. Hij is de zoon van de apotheker Pieter van der Heyde (zie Wijnhaven 20) en net een jaar afgestudeerd als doctor chirurgijn aan de Universiteit van Padua, in die tijd grote voorloper in de praktische geneeskunde. In 1623 was hij zijn medicijnenstudie begonnen in Leiden. Zowel Cornelis als Adriaentgen zijn katholiek.
Zij krijgen vijf dochters, waaronder een tweeling. Cornelis overlijdt al op jonge leeftijd op 8 november 1638 en wordt begraven in de Oude Kerk. Kort voor zijn overlijden maakt de Rotterdamse schilder Jan Daemen Cool een portret van dit gezin, naar kunsthistorisch onderzoek recent heeft uitgewezen. Het schilderij hangt sinds 1934 in het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen, maar lang was onbekend wie daarop stonden afgebeeld. Meer over de speurtocht naar het gezin op dit familieportret is te zien in een aflevering 4 van het programma Kunstraadsels in 2017, of in het (Engelstalig) artikel van de onderzoekers uit 2020 in het Oud Holland Journal for Art in the Low Countries. (2x link)
Ariaentgen overleeft niet alleen haar man, maar ook vier van de vijf kinderen van het schilderij. Als zij in 1677 overlijdt, is alleen haar dochter Anna nog in leven. De doktersweduwe woont nog tot 1648 op de Binnenwatersloot. In 1641 krijgt zij een fors conflict met haar buurman koperslager Nicolaas Arentsz van der Linde. Na een zware regenbui loopt het water uit zijn goten bij haar langs de muren naar binnen. Het bederft ook het water in haar regenbak, dat zo stinkt dat het niet meer te gebruiken is, klaagt zij in verklaringen bij de notaris. De zaak komt voor het Gerecht en Nicolaas onderneemt actie maar lost het probleem klaarblijkelijk niet naar tevredenheid op want de weduwe dreigt opnieuw naar de Schepenen te stappen.

Duitse kruidenier
Vanaf 1648 is kruidenier Arent Hoffmeester eigenaar van het huis. Onder kruiden werden in die tijd vooral koloniale waren verstaan, die de VOC en WIC ons land binnenbrachten. Hoffmeester is als immigrant twintig jaar eerder uit het Duitse Detmold in het graafschap Lippe naar Delft gekomen en Luthers. In zijn testament uit 1664 bedeelt hij die kerk royaal.

Slijter en witwerker
Een groot deel van de 18e eeuw zijn hier vader en zoon De Bruijn eigenaar-bewoner. In 1734 koopt Maria Caboor het huis voor 2150 gulden op afbetaling voor haar minderjarige zoon Jacobus de Bruijn. In 1749 blijkt hij hier ‘slijter van ‘gedistilleerde wateren’ en bewoont het huis met vrouw en vier kinderen. Ze hebben een meid ‘in de halve kost’ (dus niet inwonend). In 1767 wordt hij met 12 dragers naar zijn graf in de Oude Kerk gebracht. Zijn zoon, die ook Jacob heet, is hier vervolgens tot 1798 meester witwerker (meubelmaker van goedkoop - veelal geverfd - naaldhout).

Bezemmaker
Daarna heeft bezemmaker Abraham van der Pand hier zijn bedrijf. Hij koopt de De Gekroonde Pollepel in 1798 (in een tijd waarin de huizenprijzen in Delft een dieptepunt naderen) voor 1050 gulden. De oven die in het pand zit, neemt hij niet over bij de koop, wel betaalt hij honderd gulden extra voor de overname van onder andere een toonbank, een lessenaar en winkelplanken in het voorhuis, een “op doek geschilderd raam”, een vergulde lijst om het raamkozijn en een zonnescherm in ’t kantoortje, een kabinet in de gang en diverse gordijnen en bedsteden.
Na de dood van Van der Pand in 1811 vestigt grofsmid Theodorus Nieustadt uit Zevenaar zich in 1819 op de Binnenwatersloot. Behalve smid is hij ook kroeghouder.

Huissamenkomsten bij snuifmolenaar
In de jaren dertig van de 19e eeuw is het huis eigendom van Jan van der Feijst en Antonia Kiene. Hij is van beroep snuifmolenaar en tabaksopkoper. In snuifmolens wordt tabak verwerkt tot snuiftabak. In 1817 is Jan voor de helft eigenaar van de snuifmolen Het Vergulde Anker aan het Zuideinde, buiten de Kethelpoort. Tegelijkertijd is hij ook molenaar op Molen de Stier langs de Vliet in Rijswijk. Of hij ook van deze molen (mede) eigenaar was, is niet duidelijk.
In de 19e eeuw speelt er een nieuwe godsdienststrijd in Nederland. Veel gelovigen voelen zich niet meer thuis bij de Nederlands Hervormde Kerk en willen zich afscheiden. Jan en Antonia behoren daar ook toe. Zij stellen hun huis open voor huissamenkomsten waarin psalmen worden gezongen, schrijfsels van reeds lang overleden orthodoxe predikanten worden gelezen en men elkaar bevraagt over het geestelijk leven. Deze groep orthodoxen wordt niet door iedereen gewaardeerd en door autoriteiten gewantrouwd. Hun samenkomsten worden af en toe verstoord door personen die hen komen bespotten en beledigen. Reden voor de politie om zondag 20 maart 1836 de bijeenkomst bij Van der Feijst te ontbinden en een aantal aanwezigen te arresteren wegens verboden samenscholing. Lees hier meer over dit incident en de rechtszaak die daarop volgde.
Rond 1840 verhuizen Jan en zijn vrouw Antonia van de Binnenwatersloot. In het bevolkingsregister staan ze later als Christelijk Afgescheiden geregistreerd. Jan wordt diaken bij deze nieuwe kerk.


Schilderij van een conventikel of huiskamersamenkomst van dolerende gelovigen, in dit geval in het Groningse Midwolda omstreeks 1840, geleid door dominee H. de Cock. (Schilder en verblijfplaats van schilderij onbekend)

Zeilmaker en afgescheiden predikant
In 1828 is Pieter Zonne (mede)eigenaar van Binnenwatersloot 28. Of hij er echt heeft gewoond is onwaarschijnlijk. Al zijn acht kinderen worden tot aan 1842 geboren op het Achterom. Slechts drie kinderen overleven hun eerste jaar. Eén kindje wordt doodgeboren. Maar liefst vier dochtertjes die opeenvolgend worden genoemd naar hun moeder Adriana Wilhelmina overlijden al in hun eerste levensjaar.
Pieter is een van de bezoekers van de huisbijeenkomst bij Jan van der Feijst, waar de politie tegen optrad. Tijdens de rechtszaak vertelt hij dat hij door vrienden uit Rotterdam is gewaarschuwd dat die samenkomst waarschijnlijk verstoord zou gaan worden. In 1840 besluit hij zich af te scheiden van de Nederlands Hervormde Kerk en wordt gekozen tot ouderling bij de Christelijk Afgescheiden Gemeente te Delft. In 1842 wordt hij predikant van de Afgescheidenen in het Brabantse Genderen. Van daaruit vertrekt hij vijf jaar later met andere gelovigen naar de Verenigde Staten.


Verkoopadvertentie van het huis in de Rotterdamsche Courant van 22 maart 1842.

Tabak en muziek
Van 1856 tot in 1862 drijven Barend van Emden en Catharine Freuselot hier de tabaks-en sigarenfabriek “de Rijzende Zon”. Zij verkopen koffie, thee, tabak, snuif en sigaren, waaronder echte Soerabaische Sigaren. In de Delftsche Courant vragen zij om leerlingen die het tabaksvak “in zijn geheele omvang grondig (willen) leren”. De zaken gaan waarschijnlijk toch niet zo goed want in november 1862 verschijnt in diezelfde krant de aankondiging van een Geregtelijke Verkooping. De deurwaarder zal ter plekke “overgaan tot openbaren verkoop” van in beslag genomen goederen, “waaronder een partij Tabak en Sigaren”. -
In huis woont in die tijd ook muziekonderwijzeres Wilhelmina Florijn. Zij adverteert 2 oktober 1860 in de Delftsche Courant voor een zangcursus voor jonge juffrouwen, twee keer per week, ’s avonds van zeven tot acht uur op de Binnenwatersloot 28. De kosten: zes gulden vijftig per kwartaal. In de advertentie worden ook piano’s te huur en te koop aangeboden.


Advertentie van de tabak- en sigarenfabriek De Rijzende Zon in de Delftsche Courant van 9 maart 1858.

Binnen zes jaar werd alweer een gerechtelijke verkoping van de inboedel van de tabaksfabriek aangekondigd in de Delftsche Courant van 11 november 1862.

H. Hunnemeijer meldt de opening van zijn ‘affaire in manufacturen’ in de Delftsche Courant van 23 augustus 1864.

C.A. de Vries houdt uitverkoop van katoentjes en korsetten. Delftsche Courant, 25 april 1875.

De Binnenwatersloot in 1901. In het midden de servieswinkel van M.J. Reichert op nr 28. (foto Louis Drabbe)

Allerhande winkels
De volgende uitbater is H. Hunemeijer jr., die op 23 augustus 1864 een manufacturenhandel opent.
Tegen het einde van deze eeuw wordt er door de firma Weduwe J. Reichert & Zn glas, porselein, luxeartikelen, galanterieën, speelgoed en parfumerieën verkocht.
Tussen 1918 en 1926 wordt er weer gehandeld in koffie en thee door Arend Hendrik Huussen en vestigt zich er voor korte tijd een A.B.C.-confectiewinkel.
Vanaf 1926 heeft D. Dijkstra er enige jaren een winkel “in boter, kaas, fijne vleeschwaren, koffie, thee en wijnen”.

Technische Boekhandel
Tien juni 1930 opent de Technische Boekhandel Gebr. Garnade haar deuren op de Binnenwatersloot 28. De gebroeders Samuel en David Garnade zijn daarin opdat moment echter zelf niet meer actief. Zij hebben hun zwager Jacques van Geldere aangesteld als bedrijfsleider. Hij wordt ook eigenaar van het pand en neemt samen met zijn zoon Philip de zaken waar. Jacques vrouw, Veronica Garnade, is kort tevoren overleden.
Delftsche Courant zet op 13 en 14 juni 1930 de potentiële adverteerder in de bloemetjes:
“ (…) Van af 1902 reeds in. Delft gevestigd, heeft de boekhandel een reputatie verworven, waaraan niet valt te tornen. Vooral niet nu haar verhuizing uit de Choorstraat naar Binnenwatersloot 28 zoo'n vooruitgang mag heeten. In de eerste plaats de buitenzijde: twee keurige etalages met een groote keuze boekwerken ter weerszijden van een deur. Het interieur is geheel in de sfeer gehouden, die bij een ernstiger boekhandel past: donkerbruin. Links bevinden zich langs de wanden, groote, stofvrije kasten voor luxewerken, waarbij het laatste gedeelte weer in tweeën is gedeeld, zoodat men zeer gemakkelijk de uitgebreide collectie kan, bezichtigen. Rechts, , achter de toonbanken, werden open kasten aangebracht, evenals de overzijde, reikend van den vloer tot aan het plafond. Op den achtergrond geeft een deur toegang tot het kantoor, geriefelijk en doelmatig ingericht. We gelooven dan ook wel dat den bedrijfsleider, den heer Ph. van Gelderen alle uiterlijke middelen ten dienste staan om den groei van deze zaak nog voorspoediger te doen worden. Delft is daarmede intusschen een fraaien boekhandel rijker geworden: in deze stad van studie nimmer een overbodige weelde.”
Naast technische boeken, kantoorboeken en schoolboeken(ook 2e hands) verkoopt de zaak ook kantoor- en schrijfbenodigdheden, zoals Remington schrijfmachines.
Ook maakt de winkel reclame voor autorijlessen voor 1,50 gulden per uur. Daarnaast worden er ook kaarten verkocht voor allerlei evenementen, zoals voor een propaganda-lezing van de broederschap “Ancient order of foresters” op 10 februari 1932. En loten te koop aangeboden ten behoeve van een loterij voor “de joodsche invalide “. Voor meer informatie kan de geïnteresseerde bellen naar telefoonnummer 508.
In 1935 wil Van Geldere een uithangbord aan de gevel bevestigen. De schoonheidscommissie beslist dat dat alleen toegestaan wordt als het een eenvoudig bord wordt zonder penhouder en stang.

Onteigend en vermoord
Zowel de familie Garnade als Van Geldere is van Joodse afkomst. Dat breekt hen tijdens de Duitse bezetting op. In oktober 1942 wordt hen de boekhandel ontnomen en door de bezetter aan een beheerder toevertrouwd. Philip is dan al opgepakt. In augustus 1942 zit hij samen met lotgenoten in een loods in Rotterdam. De Joodsche Raad afdeling Rotterdam probeert hem nog vrij te pleiten van deportatie vanwege zijn astma-aanvallen. Maar dat mag niet baten. Op 5 maart wordt hij samen met zijn vader en andere Joodse Delftenaren via Westerbork naar Sobibor in Polen gedeporteerd. Acht dagen later worden Philip en zijn vader Jacques in dit concentratiekamp vermoord.
Ondertussen sluit de door de nazi’s aangestelde beheerder, J. G. van Ditmarsch, de technische boekhandel. Dezelfde had zich ook de Academia-boekhandel op de Oude Delft (nr 101) van Martin Cohen toegeëigend, waar hij een NSB-propagandawinkel van maakte.
Voor het winkelpand op de Binnenwatersloot wordt geen koper gevonden. De vastgoedorganisatie van de bezetter (A.N.B.O.) verhuurt het aan de aardappeldistributie-organisatie V.B.N.A. Die instelling wordt in november 1946 opgeheven.
In juni 1947 stelt de arrondissementsrechtbank van Den Haag vast dat vader en zoon Van Geldere op 13 maart 1943 in Sobibor zijn overleden. Daarmee kan de vererving naar de overlevende leden van de familie Garnade formeel zijn beslag krijgen en kon hun jarenlange bureaucratische lijdensweg beginnen om te proberen nog iets van de misgelopen huurpenningen uit de oorlogsperiode terug te vorderen. En of er nog iets op Van Ditmarsch te verhalen valt.
De secretaris van de Kamer van Koophandel doet 18 november 1949 bij de boekhandel administratief de deur dicht door “te handelen als ware opgaaf gedaan van de opheffing van deze zaak”.

Modezaak
Begin jaren 1950 koopt de firma Jac. Sinke & Zn het pand, waarin zij na de oorlog al eerder als huurder een modezaak voor dameskleding begonnen. Vanaf 1956 wordt het buurpand nummer 26 erbij getrokken.
In 2005 treffen we een filiaal van De Hypotheker aan en in 2022 vindt de flitsbezorgingsdienst Getir er een uitvalsbasis om vanuit de Kloksteeg (waar het achterhuis van Binnenwatersloot 28 aan grenst) mensen de door hun bestelde boodschappen binnen 10 minuten te bezorgen.
Op dit moment (zomer 2024) staat het pand leeg.

Carla de Bruin

 
 
 
 

Zie hier voor meer informatie over bronnen, eigenaren en bewoners van Binnenwatersloot 28.


Geplaatst: 28 september 2024



Rechts Binnenwatersloot 28 en daarnaast haar iets kleinere evenknie nr 26 in oktober 2023.
(Foto Kees van der Wiel)


Reconstructietekening van de mogelijke voorganger van de voorgevel in vroeger eeuwen.
(Tekening Kees van der Wiel)


Het pand met binnenplaats (destijds nog niet doorlopend tot de Kloksteeg) rood gemarkeerd op de oudste kadastrale kaart uit de periode 1825-1830.





















De huisnaam ‘Inde Pollelepel’ genoemd in het belastingregister van de honderdste penning uit 1578.


Een wielmaker in actie op een prent van Jan en Casper Luyken in hun “Spiegel van het Menselijk Bedrijf” uit 1694. (Collectie Rijksmuseum)


Een moderne betonnen pui verenigt de panden 26 en 28 van de modezaak Sinke op deze foto uit 1964. Ook de dakkapel op de zolderverdieping van 28 is nieuw. Op een soortgelijke foto uit 1960 zat de onderpui er al wel, maar de dakkapel nog niet. (Foto F. Dukker, RCE)


De modezaak van Sinke met een nogmaals vernieuwde winkelpui uit 1969. (Foto Ton Kerklaan, 1989)


De kleine lettertjes in de koopakte van 1798, waarin de inrichting wordt omschreven die bezemmaker Van der Pand van de vorige eigenaar zal overnemen.


Het titelblad van een psalmboek uit 1738.
(Collectie Rijksmuseum)


Bord ter nagedachtenis aan het Settlement van Pieter Zonne in het tegenwoordige Cedar Grove in Winsconsin (USA), waar hij met zijn aanhangers in 1847 neerstreek en ruim 200 boerderijen stichtte.


Verkoopadvertentie in de Delftsche Courant van 17 oktober 1856.


Advertentie voor de openbare verkoping van de spullen van agent en winkelier Pierre Fischler toen hij het pand verliet. Delftsche Courant, 6 maart 1857.


Aanbieding van een warm water bad bij de verkoping in de Delftsche Courant van 20 maart 1857.


Advertentie voor de pianolessen en een piano van mej. Floryn in de Delftsche Courant van 19 november 1858.


Sinterklaas-aanbiedingen van fa. Reichert in de Delftsche Courant van 26 november 1893.


De etalage van de servies en speelgoed-winkel van Melchior Reichert begin 1900 (fotograaf onbekend) Helaas stond de uitbater tijdens het nemen van de foto niet goed stil.


Advertentie. Delftsche Courant, 8 januari 1928.


De Techn. Boek- en Kantoorboekhandel van de fa. Gebr. Garnade in 1934. (foto Openbare Werken, genomen vanwege verbouwing van nr 26)


Advertentie. Delftsche Courant, 5 september 1934.


Het document waarmee de bezetter op 24 oktober 1942 het kadaster meedeelde dat zij het Joods eigendom Binnenwatersloot 42 ‘in beheer’ nam.


De brief waarmee de Joodsche Raad op 14 augustus 1942 tevergeefs Philip van Geldere vanwege zijn astma-aanvallen van deportatie probeerde vrij te pleiten.


Advertentie in de Margriet van 3 mei 1969 voor jurkjes die onder meer bij de firma Sinke te koop waren.


Een aantal jaren geleden is deze creatieve oplossing bedacht om de opslag van een flits-bezorgdienst aan het zicht te onttrekken. (Fotograaf onbekend)
 
www.achterdegevelsvandelft.nl - Facebook: www.facebook.com/AchterdegevelsvanDelft - Twitter: twitter.com/AchterdgvDelft