Brabantse Turfmarkt 95-97 | www.achterdegevelsvandelft.nl | |||||
Vanouds genaamd De Grote Spiegel | NB: Klik op de afbeeeldingen voor een vergroting. | |||||
In 1860 is de Brabantse
Turfmarkt gedempt en de brug op de overgang
naar de Burgwal afgebroken. Deze brug heette eeuwenlang
‘Spiegels Brugge’ en was vernoemd naar het
oorspronkelijke huis ertegenover, genaamd De Grote Spiegel, ook wel De
Grote Gekroonde Spiegel. Ernaast aan de linkerzijde stond het huis De
Kleine Spiegel en aan de andere zijde het huis De Gekroonde Spiegel of
kortweg Spiegel. Ooit waren die drie huizen samen een groot
spiegel-paleis. Het huidige pand Brabantse Turfmarkt 95-97, waarin nu een drogisterij en een uitzendbureau zijn gevestigd, werd vroeger ook wel beschouwd als het eind van de Jacob Gerritstraat. De winkel werd in de negentiende eeuw ‘Het Scheepje’ genoemd. Nog steeds prijkt er een in houtsnijwerk uitgevoerd schip boven de winkelingang. In 1598 is van De Grote Spiegel het achterhuis afgesplitst, maar later in 1728 werd dit weer met het pand samengevoegd. Verdwaald
kapspant Dubbele
balkconsole Zevengetijdenmeester
|
Huidig aangezicht Brabantse Turfmarkt 95-97. Op dit recente bovenaanzicht is te zien hoe diep het pand is ten opzichte van de buurhuizen. Ook is achter bij de boom de vroeger bijbehorende voormalige sigarenfabriek/tabakspakhuis aan de Kromstraat zichtbaar. De eerste steen gelegd voor de nieuwe gevel in 1831. Op de plattegrond uit de Stedenatlas van Blaeu heeft het huis een heel andere vorm dan op de Kaart Figuratief. Het lijkt de situatie weer te geven voordat het huis in drie of vier delen werd opgesplitst. De atlas is uitgegeven in 1652, maar wanneer de kaart getekend is, is onbekend. Dubbele, deels afgehakte, hardstenen console uit de 16e eeuw die een van de zware eiken moerbalken op de eerste verdieping ondersteunt, provisorisch versterkt met stalen balken. (Foto Gertjan van der Harst) | |||||
Rekenmeester bij de Rekenkamer De Grote Spiegel komt vervolgens in handen van zijn schoonzoon Pieter Adriaensz van der Goes, baljuw-dijkgraaf van Delfland. Van der Goes schopt het tot raadsheer en rekenmeester bij de Rekenkamer van Holland. Hij verhuist naar Den Haag en verkoopt het huis in 1559. Van der Goes zamelt in 1572 op last van Willem van Oranje geld in voor de Opstand tegen Spanje. Opmerkelijk, want zijn broer Christiaen staat bekend als ketterjager en liet als schout op 23 juli 1568 de uitgever mr Herman Schinkel onthoofden. En Pieters echtgenote, Maria van der Dussen, komt uit een familie die katholiek blijft. De nieuwe eigenaar, Maerten Barthelmeesz, verkoopt De Grote Spiegel in 1566 door aan zijn broer Barthelmees van der Swan. Barthelmees is brouwer in brouwerij ‘t Hoeffijsser (zie Voorstraat 22). Hij is getrouwd met Aeltgen, dochter van Aem Heyndriksz van der Burgh, een succesvol koopman in graan, kaas en wijn. In 1569 heeft Maerten nog steeds 1300 gulden niet afgelost aan Van der Goes. Die laat het er niet bij zitten. Van der Goes legt beslag op De Grote Spiegel en laat het veilen. Gecommitteerde
voor de victualie De nieuwe eigenaar annex bewoner in 1576, mr Cornelis Coninck, komt uit Dordrecht en legde in 1565 de poortereed af in Delft. Bij zijn huwelijk brengt hij 10.000 carolusgulden in en zijn bruid, jonkvrouwe Elisabeth Dircks Scheveling, ruim 8.200 carolusgulden. Coninck wordt hier regent van het weeshuis, burgemeester en raadsheer van de prins van Oranje. De Staten van Holland benoemen hem in 1574 tot curator van de op te richten Leidse Hogeschool. Kort na zijn aankoop krijgt Coninck gedoe met zijn buurman korendrager Gerrit Cornelisz. die zijn huis heeft uitgebouwd. Het gerecht bepaalt dat Gerrit de goot van Coninck moet openen om het water van zijn bottelrie te kunnen afvoeren en Gerrit wordt veroordeeld in de kosten van de erfscheiding. Kort na Conincks dood in 1583 verkoopt de schatrijke Elisabeth (met haar voogd) De Grote Spiegel en koopt zij een groot zaalhuis aan de Oude Delft (zie Oude Delft 197) om daar te gaan wonen. | Pieter van der Goes (1533-1590) op 27-jarige leeftijd. Schilder onbekend. Museum Prinsenhof, Delft , bruikleen Familiearchief Van der Goes van Naters Adriaen Fijck had tijdens de Opstand tot taak om te zorgen voor de voedselvoorziening in oorlogstijd. Op deze gravure gemaakt in Antwerpen en uitgegeven door Willem van Haecht zijn boeren druk bezig de oogst in veiligheid te brengen voor de troepen eraan komen. (Rijksmuseum) | |||||
Diplomaat De nieuwe eigenaar, mr Nicolaes Bruyninck (Brunynck) komt uit Tongeren (prinsbisdom Luik), was koopman te La Rochelle en is sinds 1570 eerste secretaris en raadsheer van Willem van Oranje; later van Maurits en diens stiefmoeder Louise de Coligny. Vanaf 1593 woont hij in Den Haag, maar voordien waarschijnlijk in De Grote Spiegel, een pand van redelijke allure voor de entourage van de Prins. Bruyninck voert diverse diplomatieke missies uit, onder meer naar de beoogde landsheer Anjou en in 1599 naar het Duitse leger bij Emmerik. Op weg daarheen rijdt Van Oldenbarnevelt zelf mee in de koetsen tot de Bommelerwaard, waar nog haastig overlegd wordt met Maurits. Deze missie is de eerste, zij het mislukte poging van de jonge Republiek om de alliantie met Frankrijk en Engeland (1596) uit te breiden met de Duitse buren. De brieven waarin Bruyninck rapporteert aan Maurits, Van Oldenbarnevelt en de Staten-Generaal zijn bewaard gebleven. Dunbierverkoper Outgelt verkoopt in 1598 het voorste gedeelte van De Grote Spiegel aan Dirck van Milligen. Outgelt en zijn vrouw, Martijntje Victor Bloemendochter, hebben geen kinderen en blijven in het achterhuis wonen. [Lees wat er tot 1728 met het achterhuis gebeurt.] Van Milligen is kramer van beroep en zoon van garentwijnder Hendrick van Milligen, die twee huizen terug op de Turfmarkt woont in ‘De Twijnmolen’. In 1605 koopt Abraham Thuijs van den Spoeij het huis. Hij komt uit Belle in Frans-Vlaanderen en is diamantsnijder, later lakenkoper. De diamantindustrie komt hier op gang na de val van Antwerpen (1585) tijdens de Opstand. In 1608 koopt notaris Arent van Bolgerstein het rechter deel van het huis, nu Jacob Gerritstraat 1, dat verder door het leven gaat als De Gekroonde Spiegel. | Verzoek van Willem van Oranje om secretaris Brunynck van konvooischepen te voorzien voor zijn reis naar Duitsland via Emden, 27 september 1574. Koninklijk Huisarchief Den Haag. Aan de binnenzijde van de voorgevel zit nog een 16e eeuwse houten muurstijl met daarboven de resten van een eiken balk die daar ooit op rustte. Het toont dat de gevel uit 1831 slechts een nieuwe façade is van een veel ouder pand. (Foto Gertjan van der Harst) | |||||
Toubackvercopers In 1629 betrekt collega notaris Andries Bogaert met zijn vrouw Agneta van der Buijs en eerste kind het overbleven deel van De Grote Spiegel. Na tien jaar verhuizen zij naar de Markt. Daarna treffen we hier tabakkoper Georgius (Joris) Turvell uit Leiden en zijn vrouw Maria van der Walle. Benjamin (de) Coo, zoon uit Maria’s eerste huwelijk, erft in 1661 van hen het huis. Ook hij is tabakverkoper. Manufacturiers Neef Bartholomeus steekt zich voor 21.000 gulden in de schulden om de winkelwaren van zijn oom over te nemen. Dit belet hem niet om bovendien het achterhuis van De Grote Spiegel te kopen. Zijn moeder Elisabeth van Trigt had daarvoor al in 1720 het naastliggende huis De Gekroonde Spiegel gekocht, wat hij later zou erven. Daarmee komen verschillende delen van het oorspronkelijke huis weer in éen hand, en wordt de huisnaam ook wel ‘De Spiegels’. Bartholomeus trouwt met Catharina van der Cool. In het impostregister (1749) staat zijn beroep omschreven als: coopman in laken en andere stuk goederen. Zij hebben dan twee dienstbodes, drie thuiswonende kinderen en hij “weijd 6 Ossen”. Zijn moeder dreef in het pand daarnaast met een meid een winkel, waarschijnlijk ook in de textiel. Bartholomeus’ zoon Willem is arts en ontpopt zich tot een fervente oranjeklant. Als burgemeester moet hij tijdens de revolte van 1787 tijdelijk plaatsmaken voor een patriot. | Een tabakskerver met een vrouw die hem zijn pijp aanreikt, geschilderd door Werner Jacobsz van den Valckert, begin 17e eeuw. Privé collectie. Bovenin een groot trappenhuis zit een fraaie lichtkoepel, waarin een gebrandschilderde engel waakt over de bewoners. (Foto’s Gertjan van der Harst) | |||||
Gouverneur van de saay- en
carsaayhal Cornelis Verbrugge, de jongste zoon, erft bij de boedelscheiding in 1755 De Spiegels. In 1770 koopt Cornelis bovendien van zijn vader voor 650 gulden De Spiegel. Cornelis is kwartiermeester, kapitein van de schutterij en gouverneur van de ‘saay en carsaayhal’. De kwakkelende textielsector leeft wat op door de vraag naar uniformen voor het toenemend aantal militairen in Delft. Na het overlijden van Cornelis verkoopt zijn weduwe, Adriana van Staveren, De Grote Spiegel (en later ook De Spiegel) aan Arnold Schoncken. De naastliggende Gekroonde Spiegel wordt bij die gelegenheid apart verkocht.
Vrijcorpser
In 1852 komen Cornelis Schilte, Adriana Zeegers en hun eerste drie kinderen hier wonen. Zij openen een winkel, genaamd Het Scheepje, waar tabak, snuif, koffie en thee over de toonbank gaat. Cornelis en zijn zoon Cornelis Johannes richten de firma C. Schilte & Co op. Hun tabaks- en sigarenfabriek zit aanvankelijk naast het winkelpand, in De Spiegel. In 1861 wordt er onder toezicht van de brandmeester een eest geplaatst voor het drogen van tabak. Het erf van het winkelpand grenst aan een perceel in de Kromstraat. Cornelis laat daar het belendende huis afbreken om er een pakhuis te bouwen (huidig Kromstraat 33, zie daar). In 1874 koopt Cornelis nog drie panden in de Kromstraat (nummer 11-15) en vestigt er een sigarenfabriek met pakhuis.
Op- en ondergang van de sigarenhandel
Electrische
Koffiebranderij en Theehandel Na een architectenbureau zijn er tegenwoordig een drogisterij en een uitzendbureau op dit adres gevestigd. In 1990 ondergaan pui en interieur van het pand een wijziging en in 1993 wordt het kantoor uitgebreid. | Overlijdensbericht van Adriana van Staveren. Rotterdamsche Courant, 21 april 1804. Arnoldus Schoncken, vermeld in het Naamregister der leeden van het provinciaal bestuur, en verdere representanten en committés (1796, p.27). Een assignaat van 15 sol. Met dit soort Frans papiergeld moest Schoncken de legering van Franse troepen zien te betalen bij boeren in de omgeving. In 1883 krijgt Schilte octrooi voor handelsmerk 'Het Scheepje'. Delftsche Courant, 3 aug 1883. Zo zag een tabakszak van Schilte er uit. Het pakhuis dat Schilte in 1876 liet bouwen staat er nog: Kromstraat 33. Bijna een halve eeuw geleden zat hier een architectenbureau. Het Vrije Volk, 11 mei 1974. |
|||||
Wim
van Veen
(met dank aan Kees van der Wiel) | ||||||
>> Zie hier voor meer informatie over bronnen, eigenaren en bewoners van Brabantse Turfmarkt 95-97 | ||||||
Geplaatst: 13 maart 2020 / Laatste wijziging: 25 februari 2023 | ||||||
www.achterdegevelsvandelft.nl - Facebook: www.facebook.com/AchterdegevelsvanDelft - Twitter: twitter.com/AchterdgvDelft |