Geerweg 1-4/Annastraat 2 | www.achterdegevelsvandelft.nl | |||||
Honderd jaar melkhandel Klapwijk - Van der Kooij |
NB: Klik op de afbeeldingen voor een vergroting. | |||||
In maart 1818 koopt Abraham Klapwijk de boerderij annex melkhandel aan de Geerweg/Annastraat in Delft wijk 6 nr 378. Dit bedrijf stond net om de hoek aan de Geerweg en had een brede uitgang in de Annastraat. In 1863 komt het in handen van zijn schoonzoon Pieter van der Kooij, getrouwd met dochter Johanna Klapwijk. Zijn kleindochter Jannetje de Jong (weduwe van kleinzoon Pieter Pieterszoon) laat de boerderij afbreken, evenals het inmiddels aangekochte buurhuis op de hoek en laat hier een nieuwe zuivelfabriek annex winkel met twee bovenwoningen bouwen. Maar helaas, de achterkleinzoon Johannes ziet het bedrijf eind 1917 failliet gaan. Bijna honderd jaar melkhandel Klapwijk - Van der Kooij: opgaan, blinken en verzinken. Voor
de vroegere geschiedenis van deze plek: lees verder bij Geerweg 2, 3 en 4. Boerenfamilie Melkwinkel en
koestal Spoeling Stevige
uitbreiding Boter Twaalf lijkdragers Goed
geboerd |
In 1934 is er een tabakswinkel in het hoekpand. 2012. We kijken richting Geerweg. Er is geen winkel meer. |
|||||
Twee
gebroeders In 1857 komt bij de verdeling van de erfenis de boerderij aan de Geerweg in handen van Abraham. Zijn broer Hendrik, die in 1856 getrouwd was met Jacoba van der Voort, blijft op de boerderij wonen. Abraham was al op 2 december 1846 getrouwd met Neeltje van den Berg en op diezelfde dag trouwde ook zijn zus Catharina. Na het overlijden van moeder Maria blijven er dus twee gezinnen op de Geerweg achter. Feitelijk wordt het bedrijf door beide broers samen voortgezet. Abraham en Neeltje krijgen een aantal kinderen, waarvan er maar vier in leven blijven. In 1859 overlijdt Neeltje in het kraambed en blijft Abraham alleen achter. In juni 1863 sterft ook Hendrik. Abraham en Hendriks vrouw Jacoba besluiten in 1863 het gemeenschappelijk bedrijf te splitsen. De boerderij was al eigendom van Abraham, maar nu verkrijgt hij ook de inboedel, het vee, de landbouwgereedschappen en een weiland. Veestapel en boerenwagens In 1863 telde de veestapel 62 koeien, 1 stier, 13 schapen, 9 lammeren, 3 paarden, 3 vette varkens, 6 kippen en een haan. Er is ook een uitgebreide inventarislijst met o.a. een mestpraam, een spoelingschouw, spoelingpompen en spoelingsgoten, klaven en grampels, een boerenwagen, een kapspeelwagen op veren, een melkwagen, een straatmelkwagen op veren etc. In de winkel staat een toonbank, vier stoelen etc. Ook komen we in de inventaris dertien achtsten boter tegen en ca duizend ponden Nederlandse hooi. Boter werd verkocht in botervaten in twee maten1/8 en 1/16 respectievelijk 20 en 10 kg netto. Boerderij in Rijswijk Abraham besluit omstreeks die tijd met zijn schoonzus Jacoba Maan te trouwen. Zij was de weduwe van Simon van den Berg, overleden in 1857, de broer van Abrahams eerste vrouw. Het huwelijk wordt in 1864 gesloten in Delft. Ook verder heeft Abraham grote plannen. Hij wil meer armslag voor de boerderij en besluit op één van zijn weilanden in Rijswijk aan de Kastanjewetering door meestertimmerman Zuidgeest een nieuwe boerderij te laten bouwen. In 1864 komt deze boerderij klaar en hij trekt daar in met Jacoba Maan en zijn en haar kinderen. De boerderij aan de Geerweg verkoopt hij aan zijn zwager Pieter van der Kooij, die getrouwd is met Abrahams zus Johanna. Zoals zal blijken komt bij deze twee het accent te liggen op melk- en boterhandel. Melkhandel Van der Kooij Pieter en Johanna verhuizen van de Hof van Delft naar de Geerweg en zetten de boerderij annex melkhandel voort. In 1884 overlijdt Pieter en wordt Johanna de eigenaar. In 1894 verkoopt zij het huis, koestallingen, paardenschuur, twee varkensschuren aan de Geerweg en weilanden voor ƒ 44.000 aan haar zoon Pieter van der Kooij Pieterzoon. Er worden plannen gemaakt om het bedrijf te moderniseren. Met het oog daarop koopt deze Pieter in april 1904 het hoekpand Geerweg/Annastraat (B196) van Adrianus van Leeuwen (boterhandelaar). Het is de bedoeling om dit pand af te breken evenals de oude boerderij aan de Geerweg. Op de hoek Geerweg/Annastraat moet dan een nieuw pand komen. Van een leien dakje gaat het allemaal niet. Pieter komt op 7 juni 1904 te overlijden. Zijn zoon Johannes zet het bedrijf voort. De erfgenamen verkopen een deel van de grond, verdeeld in vijf bouwkavels. | ||||||
| ||||||
Nieuw
pand Maar de plannen gaan door. Op de hoek Annastraat/Geerweg komt een nieuw pand ontworpen door de architect C.J.L. Kersbergen. Het wordt een zuivelwinkel met twee bovenwoningen. Jannetje de Jong, de weduwe van Pieter, wordt eigenaar. Voor de bouw van het nieuwe pand had Pieter van der Kooij in april en mei 1904 hypotheken op zijn bezittingen moeten sluiten en wel voor ƒ 52000. De hypotheken werden afgesloten bij de NV “de Twee Verenigde Verzekering Maatschappijen”, de bankiers Scheurleer en Zoonen en de heren Jacobus de Roo, timmerman, en Daniel Huurman, meestermetselaar. De Roo en Huurman hebben het pand waarschijnlijk gebouwd. In 1904 was er naast de boter- en melkhandel nog wel vee, maar wel heel wat minder dan in 1863. Er zijn nog maar acht koeien, vier varkens en een paard. De melkhandel is inmiddels belangrijker geworden, er zijn dan ook drie melkwagentjes en één melkwagen. Toch staat ook deze tak van het bedrijf onder druk. Er moet geconcurreerd worden met margarine. Bovendien krijgt de boterhandel een slechte naam, doordat margarine als ‘echte’ boter wordt aangeboden. De verkoop van de Nederlandse boter loopt daardoor terug. Zuivelfabriek Het bedrijf wordt voortgezet onder de naam firma P. van der Kooij. In 1905 wordt een hinderwetvergunning aangevraagd voor gebruik van een gasmotor bij de boterbereiding. Later wordt er een N.V. van gemaakt, zuivelfabriek “Ons Belang”. Ook voor deze zuivelinrichting wordt in 1916 een hinderwetvergunning aangevraagd en wel voor gebruik van een elektromotor. Maar helaas bij beschikking van 6 januari 1917 wordt bekend gemaakt dat de positieve beschikking op de aanvraag niet uitgevoerd wordt wegens faillissement en verkoop van de panden. Directeur Johannes van der Kooij heeft de strijd opgegeven. Johannes en Paulus van der Kooij vertrekken uit het pand Geerweg 1. Paulus overlijdt in 1919, oud 27 jaar, melkhandelaar. Het pand, tot 1916 eigendom van Jannetje de Jong, de weduwe van Pieter van der Kooij, wordt verkocht aan het Gasthuis St Joris. Rookartikelen Na vertrek van de Van der Kooijen wordt het pand Geerweg 1 bewoond door Johanna Geertruida van Domburg, weduwe van Johannes Cornelis Post. Zij is winkelierster en ze verhuurt kamers aan studenten en anderen. In 1921 trouwt zij met een hoofdcommies van het Centraal Bureau voor Statistiek en vertrekt naar Den Haag. Haar zoon Jacobus Post zet de sigarenwinkel voort. Het pand wordt door het Sint Joris Gasthuis verkocht aan de gemeente en die verkoopt het ca 1987 weer aan de sigarenhandelaar. De tabakswinkel blijft tot begin van de negentiger jaren aan de Geerweg/Annastraat gevestigd. Daarna komt het pand in andere handen en wordt grondig opgeknapt. Post was getrouwd met een Duitse vrouw en tijdens de oorlog enthousiast lid van de NSB. Tijdens Dolle Dinsdag vluchtten zij naar Duitsland. Na de oorlog is hij opgepakt en geïnterneerd. Na zijn vrijlating ging hij in 1948 in Den Haag wonen. De tabakswinkel werd tijdelijk gaande gehouden door Dirk Neeleman. Vanaf 1948 verkocht de gehandicapte Ben Roosken hier rookwaren. Hij was actief lid de RK Bond van Sigarenwinkeliers. | ||||||
Bram Klapwijk | ||||||
>> Nadere informatie over
Geerweg 1-4/Annastraat 2 >> Zie voor de achtergronden van stadsboerderijen in Delft het artikel “Koeien melken aan de gracht” |
||||||
Laatste wijziging 1 maart 2012/ Laatste wijziging: 19 maart 2024 | ||||||
www.achterdegevelsvandelft.nl - Facebook: www.facebook.com/AchterdegevelsvanDelft - Twitter: twitter.com/AchterdgvDelft |