Op de plek naast het hoekpand Annastraat/Geerweg, waar in de
negentiende eeuw de boerderij van de familie Klapwijk stond (zie Annastraat 2), woonde
sinds circa 1625 voerman Thomas Goossens Iselmonde. Dat was
ongeveer ter hoogte van de huidige huisnummers Geerweg 2, 3
en 4. Hij was de buurman aan de westkant van de
textielweverij die in de leeg gekomen gebouwen van het
voormalige Sint Annaklooster zat.
Tussen de twee boerderijen stond het
Tuchthuis (of Rasphuis).
Gravure Abraham Rademaker, TU Delft Library
Later, in 1675, werd dat het Tuchthuis aan de Geerweg. Wie
niet wilde ‘deugen’ werd hier gedwongen te werk gesteld in de
textielindustrie. Mannen moesten bijvoorbeeld hout raspen,
waarmee een kleurstof voor textiel werd geproduceerd. Vrouwen
moesten spinnen.
Later kwam hier het Sint Joris Gasthuis. Nu staat hier een
nieuw gebouwd appartementencomplex (sinds 1982).
Dat er in de 17e eeuw al een boerderij was blijkt uit de
inventarisatie van de schade van de buskruitramp in 1654. Bij
Iselmonde was er ‘groot rudement tot in de Annastraat, zoo
van paerde- als koeijestallen’. Hij claimde ƒ 400 en kreeg
vergoed ƒ 120. Op de kaart van Blaeu van circa 1650 zijn die
stallen terug te vinden, met daarnaast een hooiberg. Het
complex heette destijds de 'Cleine Hooipoort'. Dat blijkt uit
de adresaanduiding in de begraafboeken bij de dood van een
kind van Goossens in 1633 en die van zijn vrouw in 1647.
|
|
|
Op een kaart van de
stadsbrand (1536) is te zien dat de omgeving Geerweg
aan het vuur ontsnapte. |
Braun en Hogenberg,
1580. Het Sint Anneklooster is hier nog in tact. |
Kaart van Blaue, ca.
1650. Bij nummer 2 de Kleine Hooipoort met een hooiberg
op het terrein. |
Verderop de voormalige kloosterboerderij
De naam 'Cleine Hooipoort' verwijst naar de voormalige
boerderij van het St. Annaklooster, even verderop aan de
Geerweg, die 'de Hooipoort' heette. Deze boerderij stond ter
hoogte van het huidige huisnummer 44. In de 16e eeuw was dat
ten oosten, dus aan de andere kant van de textielweverij -
later het Tuchthuis, in de voormalige kloostergebouwen.
Een van de oudst teruggevonden eigenaren van de Hooipoort is
bouwman (boer) Willem Pietersz. In 1580 kocht hij tegen een
losrente van f 37,50 per jaar van de stad Delft het
‘molckerhuys ende bouhuys mette molen, barch en ’t
paerdenhuys van ’t Annenconvent’ aan de Geerweg.
Zijn zoon Huijbrecht Willemsz trouwde in 1598 met Adriaantje
Arijensdr (uit Zouteveen). Daarbij bracht hij het bedrijf
genaamd ‘de Hooipoort’ aan de Geerweg in, dat hij
waarschijnlijk van zijn ouders had geërfd, inclusief inboedel
en de beesten. Dat alles werd getaxeerd op een waarde van ƒ
3.000. In het haardstedenregister van 1600 staat ‘in de
Hoijpoort’ met twee haardsteden genoemd als het tweede huis
oostwaarts van het gedeelte van het ‘Patershuis’ (van het
opgeheven klooster) dat destijds werd bewoond door de
'Franchoijse predikant'.
Buskruitramp
Huijbrecht Willemsz heeft hier in de eerste helft van de
zeventiende eeuw een mensenleven geboerd. In 1654 verklaarden
arbeiders bij een notaris dat zij twee jaar eerder in zijn
opdracht sloten hebben gegraven bij de vijver van het
voormalige klooster. Hij was op dat moment misschien zelf al
overleden. Zijn tweede vrouw, Aechge Cornelis van
Toorenburch, hertrouwde in 1652 als weduwe met Wouter Jansz
Berenstein uit Naaldwijk, die het bedrijf voortzette.
Bij de inventarisatie van de schade na de buskruitramp van
1654 werd bij deze Wouter Jansz, 'bouman' aan de Geerweg, de
schade ‘met groot rudement’ getaxeerd op ƒ 300. Hij kreeg ƒ
120 uitgekeerd. Dit boerenbedrijf moet een flinke omvang
gehad hebben. In 1667 werd het aangeslagen voor een
kadebreedte van 7 roeden en 6 voet aan de Geerweg (ca. 28
m.).
Dievegge
In 1657 legde de 17-jarige Aefge Jans, die bij Wouter Jansz
Beresteijn inwoonde, een bekentenis af bij notaris Rota. Ze
gaf toe in de loop der jaren flinke hoeveelheden katoen te
hebben gestolen van haar buurtgenote Adriaentge Warnaerts op
de Kolk. Ze had die katoentjes naar de lommerd gebracht,
mogelijk om de opbrengst op de Delftse Kermis te verbrassen.
Haar baas Beresteijn stelde zich in de verklaring garant om
alle schade te vergoeden (en justitie er buiten te houden?).
In de tweede helft van de zeventiende eeuw ging het boeren
alom minder voorspoedig, en ook Berensteijn kwam in de
problemen. In 1664 tekende ‘Wouter Jansz Hooijpoort’ een
schuldverklaring aan de stad Delft onder hypotheekstelling
van zijn huis aan de Nobelstraat achter het St.
Annenklooster. De Geerweg heette toen Nobelstraat.
Wouter Jansz hertrouwt
Wouter Jansz van Berensteijn hertrouwde in 1665 als weduwnaar
met de weduwe Aeltje Koy uit Nootdorp. Deze Aeltje stierf al
in 1670. Bij de notaris werd toen een boedel opgemaakt van
haar spullen. Aangezien ze op huwelijkse voorwaarden waren
getrouwd komt de boerderij alleen in de lasten van de boedel
om de hoek kijken.
Er waren flink wat schulden. Op het bedrijf waren drie
leningen opgenomen, bij de stad ƒ 800 en bij twee
particulieren samen ƒ 972. Verder moest er nog pacht voor
land worden betaald bij burgemeester Croesaart (ƒ 200) en
juffr. Verburch (ƒ 284) en verder sluisgeld, molengeld en
andere 'ongelden' voor vijf morgen land (ƒ 167). Het hooi op
zolder werd gewaardeerd op ƒ 46,50. In 1671 trouwde Wouter
Berensteijn, voor de derde maal, nu met Hillegont van der
Burch. In 1673 kregen zij nog een dochter, Aefje, op dit
adres.
Kaart Figuratief, ca. 1675,
met de Hooipoort, maar zonder hooiberg.
Vanwege brandgevaar moest hooi toen op hooizolders
worden opgeslagen.
De twee boerenbedrijven aan
de Geerweg zijn met gekleurde lijnen gemarkeerd.
Kadaster 1832. Het erf B 201 was toen al eigendom
van Sint Joris.
Recente His Gis-kaart met
het de nieuwbouw aan de Geerweg.
|
Einde Hooipoort
Kort daarna is het bedrijf in handen gekomen van ene Willem
Dircksz van Devise, die niets meer met een boerenbedrijf van
doen had. In 1719 werd het eigendom van de 'bejaarde dochter'
Anna Kempen, die in 1755 als 'geestelijke dogter' (non?) op de
Turfmarkt overleed. In 1740 verkocht zij 'zes huizen' naast
elkaar en een houten tuinhuis aan het naastgelegen tuchthuis.
Van een boerenbedrijf was toen in elk geval geen sprake meer.
De naam Hooipoort was inmiddels definitief overgegaan op de
'Kleine' alias ‘Nieuwe Hooipoort’ aan de andere zijde van het
tuchthuis.
Nieuwe Hooipoort
In 1625 woonde hier, in de Nieuwe Hooipoort, zoals gezegd
Thomas Iselmonde. In 1684 was er sprake van een splitsing en
kocht Pieter Pietersz Cleijwegh het huis en erve genaamd ‘De
Nieuwe Hoijpoort’ in de St Annastraat. Het gaat dan om een
perceel op het binnenterrein achter de bebouwing op de hoek
Geerweg en Annastraat. Het had een poort of uitgang in de
Annastraat. Op de Kaart Figuratief is deze “Hoypoort”
afgebeeld met nummer 5: “in Sint Anne Straet”. Ongeveer op
deze plek bestaat er tegenwoordig weer een doorgang die
Hoypoort heet. De boerderij van Cleijwegh grensde aan de
achterzijde aan het tuchthuis en ten noorden aan de
erfgenamen van de Thomas Gosens IJsselmonde. Hij betaalde er
ƒ 800 voor.
Halverwege de zeventiende eeuw boerde hier Leendert Ariensz
van der Voorde in het ‘achterhuis gesepareert van het huis
van Thomas Goossens’, aldus de omschrijving van het
huizenprotocol (oude stadskadaster). Vermoedelijk huurde hij
de stallen aan de binnenplaats achter Annastraat en Geerweg
ten tijde van de buskruitramp in 1654 al van Goossens. Later
nam hij ze over, evenals een aantal een paar andere huisjes
eromheen, die via een poort verbinding hadden met de
Annastraat. De Kleine Hooipoort was dus inmiddels de Nieuwe
Hooipoort gaan heten. Later werd de boerderij simpel
'Hooipoort' genoemd.
Hooipoort verhuurd
Omstreeks 1700 was de (Nieuwe) Hooipoort eigendom van Engel
Craen, die later huurder werd van de boerenuitspanning De
Prins bij de Oostpoort. Het boerenbedrijf kwam vervolgens in
handen van brandewijnstoker Quirijn Hogeveen, die veel
onroerend goed bezat in deze hoek van de stad. Hij verhuurde
‘de Hooipoort’ in 1712 voor ƒ 120 per jaar aan bouwman Cors
van der Post, voorheen wonend in Noord Kethel. Zijn vrouw
stierf in 1719 in de Hooijpoort, vermoedelijk in het kraambed
van hun kind Jovita. In 1732 was volgens het taxatieregister
van de verponding uit 1732 inmiddels Dirck van der Bijl de
huurder voor ƒ 112 per jaar.
|