Koornmarkt 41
MANSLAG OP DE KOORNMARKT  
   
Op de Koornmarkt woonde in het begin van de zeventiende eeuw de boekverkoper Adriaen Gerritsz. van Beyeren. Het zesde huis ten zuiden van de Nickersteeg was het zijne; het heette „den Briel". De man was in 1609 getrouwd met Abigaël Saysoms uit Den Haag. Hij kocht en verkocht rustig zijn boeken en leverde papier, schrijfboeken en pennen aan de stadssecretarie. En waarschijnlijk zou niets hem voor ’t voetlicht hebben gebracht, als hij niet op zondag 16 april 1651 had staan kijken naar een dronkemansrelletje, dat hem tenslotte het leven kostte.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

In het huis Inden Briel zat ooit een boekverkoper. Er is nu geen deur meer, behalve naar de kelder.

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

Een oude boekwinkel. Adriaen van Beyeren had een boekhandel op Koornmarkt 41. (Johannes Jelgershuis, Rijksmuseum)

Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster

Ook het publiek ging zich ermee bemoeien.
(Jacobus Buys, coll. )

 
Syvert uit Zeeland
Een zekere Syvert van der Haven uit Zeeland had die dag zijn Delftse kennissen bezocht en was er rijk onthaald. 's Avonds omstreeks 7 uur was hij op zijn wandeling door de stad de Nickersteeg ingegaan. Hij was lang niet nuchter meer, maar wilde toch zijn dorst nog eens lessen. Bij het huis van de wijnkoper Klaas Jansz Agterveld, die niet thuis was, vroeg hij eerst om een kan wijn, daarna om anijswater. De meid en haar vrijer lieten hem niet binnen. Er ontstond enig `gehaspel`, waarbij zijn vinger tussen de deur geklemd werd, en een paar ruiten werden ingeslagen, en daarna ging Syvert terug naar de Koornmarkt.
 
Stenen gooien
Intussen had hij de aandacht getrokken van het publiek, dat met stenen ging gooien. Het werd daarbij aangevuurd door een garnalen- of alikruikenman, in de wandeling bekend als Snappende Nies. De omstanders krabbelden stenen uit de straat of ze haalden ze weg bij het huis van mr. Louis Heinsius, secretaris van de Weeskamer, waar ze klaar lagen voor een karwei. Het volk gooide van alle kanten, zelfs van de overkant van de gracht, zodat Van der Haven op verscheidene plaatsen werd geraakt. De beschonkene reageerde daarop door met zijn degen te zwaaien. Hij retireerde in de steeg, kwam echter, toen ze bleven gooien, terug met de hoed over z'n ogen getrokken. Zijn belagers joelden voor de dreigende man uit, de Koornmarkt op. Syvert zwaaide in het wilde weg om zich heen met het wapen, en trof daarbij onze Adriaen van Beijeren in de rug. De steek was dodelijk en Van Beijeren werd vijf dagen later begraven in een graf in de Oude Kerk.
 
Hij wist van niets meer
Van der Haven werd ter plaatse gevangen genomen. De andere morgen was hij erg verwonderd over het feit, dat hij zich in hechtenis bevond, en nog meer over het verhaal van de doodslag. Door hem te wijzen op zijn verwondingen, ontstaan door het stenen gooien, moest hem het voorgevallene aannemelijk gemaakt warden.
 
Ter dood veroordeeld
Het Gerecht van Delft maakte korte metten met de zaak en veroordeelde hem al gauw ter dood. Dit was voor zijn naaste betrekkingen aanleiding om in actie te komen. Zij verzamelden tal van getuigenverklaringen, welke bij notariële acte werden vastgelegd. Daarna kregen ze op 22 april een advies van zeven advocaten. Bij dit alles werd er de nadruk op gelegd, dat er geen opzet in 't spel was. De vrienden en bloedverwanten van de veroordeelde wendden zich tot de Staten van Holland met verzoek om remissie van de doodslag. Remissie was een soort kwijtschelding, waarbij een bepaalde procedure werd gevolgd; o.a. moesten dan verwanten of vrienden van het slachtoffer worden opgeroepen.
 
De zaak kwam opnieuw voor
De Staten vroegen advies aan het Hof van Holland en aan de Hoge Raad, alles met spoed want de tenuitvoerlegging van het vonnis was slechts tot 6 mei opgeschort. Het Hof liet zich over de toedracht nader informeren, o.a. door enige getuigenissen onder ede te laten bevestigen. Het was toen overtuigd, dat de manslag was ontstaan tengevolge van de overmatige dronkenschap en de ontvangen slagen en kwetsuren, zodat de remissie moest worden toegestaan. De Hoge Raad sloot zich daarbij aan. Daarop verzochten de Staten toen de heren van Delft, dat het Gerecht de zaak opnieuw zou behandelen, om dan te doen wat in conscientie en in goede justitie zou behoren.
 
Toch onthoofd
Deze adviezen moeten de dader en zijn vrienden hoopvol in de oren hebben geklonken. Het was echter tevergeefs. Want de Delftse schepenen handhaafden hun vonnis en Syvert van der Haven werd in het openbaar onthoofd. Dit was overigens niet zo verwonderlijk, want ook een rechtsgeleerde als mr. Thymon Boey verklaarde in zijn in 1773 verschenen „Woorden-Tolk", dat remissie niet lichtelijk wordt verleend, als het feit uit dronkenschap is geschied.
 
De boekverkoper
Zoals gezegd, was Adriaen Gerritsz van Beijeren intussen op 21 april begraven. Blijkbaar had hij in zijn zaak geen opvolger, want zijn boeken werden, nadat er een catalogus van gemaakt was, geveild. Het huis „den Briel" kwam voor 2700 gulden aan zijn schoonzoon Maerten Pietersz van der Ceel, bakker van beroep.Uit een testament van 14 met 1647 blijkt, dat Adriaen van Beijeren goed bevriend was met Felix van Sambix, eveneens boekverkoper en zoon van de gelijknamige bekende schoonschrijver. Van Beijeren was o.a. uitgever van werken van Tacitus en Julius Caesar, vertaald door de Maassluisse predikant Johannes Fenacolius. Eveneens deed hij een druk van Marnix' Byencorf verschijnen. In het culturele leven van zijn tijd heeft de zo droevig om het leven gekomen man dus ook zijn plaats gehad.
 
C.D. Goudappel
(Delftsche Courant: 18 september 1948)
   
terug naar het verhaal