Op dit huis prijkt
tegenwoordig een prachtig bronzen bordje, aangebracht door Amerikaanse
nazaten, dat aangeeft dat van 1842 tot 1866 in dit huis de wiskundige
Rehuel Lobatto heeft gewoond. De man was hoogleraar wiskunde aan de
toen net opgerichte Koninklijke Academie. Hij is auteur van veel
gebruikte leerboeken in de wiskunde en was verdienstelijk als pionier
voor de Nederlandse statistiek en het levensverzekeringswezen. Sinds
1826 gaf hij een Statistisch Jaarboekje uit. Ook heeft hij zich bezig
gehouden met de standaardisering van maten en gewichten. Een man met
kwaliteiten, maar ‘wiskundige van wereldformaat’ is
een eer die vermoedelijk alleen zijn familie hem toedicht Ingrijpend vernieuwd
Er hebben in de loop der eeuwen natuurlijk meer mensen
in dit huis gewoond. Net als veel panden op de gracht heeft het
vermoedelijk een hoge ouderdom. De gang achter de voordeur van dit huis
wekt de indruk vroeger een poort te zijn geweest. De rechter gangmuur
heeft de dikte van een buitenmuur en een uitwendige schoorsteen van het
buurhuis Koornmarkt 69 loopt in dit huis naar boven en vindt via het
dak van 71 zijn weg naar buiten. Dat verklaart ook dat het pand in 1666
bij de opmeting voor het kadegeld nog ongeveer anderhalve meter (5
voet) smaller was dan een eeuw later. De poort gaf waarschijnlijk ooit
toegang tot het brouwerijcomplex het Dubbele Kruis op de Oude Delft
erachter (nrs. 48-52). Verbonden
kelders Ook de kelders aan de achterzijde
onder de beide huizen lijken vroeger met elkaar verbonden te zijn
geweest. Dat is vermoedelijk een overblijfsel uit de tijd dat beide
huizen behoorden tot de eigendommen van de familie Van Groenewege van
der Made die in 16e eeuw de brouwerij erachter exploiteerde. Tot voor
kort was er in de gemeenschappelijke zijmuur met Koornmarkt 69
bovendien een toilet ingebouwd, dat bij dit huis in gebruik was.
Poort wordt gang
In het begin van de achttiende eeuw is van de poort een gang gemaakt en
is er een nieuwe gevel voor het pand gekomen, die met muurankers aan de
nieuwe overspanning daarachter is verankerd. Het huis was toen eigendom
van Robbrecht Oudenhorn, die zelf de tot regentenpaleis verbouwde
brouwerij erachter bewoonde. Hij verhuurde het ingrijpend vernieuwde
huis aan de Koornmarkt aan de weduwe Guillermet, de moeder van een arts
elders op de gracht, die later de eigenaar van dit huis zou worden. Aan
het eind van de negentiende eeuw zijn de ramen nogmaals gemoderniseerd.
De zolderkap die deels achter de lijstgevel verscholen gaat, verraadt
dat hier vroeger een trap- of tuitgevel moet hebben gezeten,
vermoedelijk in oorsprong uit de zestiende eeuw, kort na de stadsbrand
van 1536. Ook het interieur moet oud zijn. In de jaren
1976-’77 is het pand grondig gerestaureerd. Daarbij heeft
E.J. Nusselder van de Rijksdienst Monumentenzorg nog een uitgebreid
historisch kleurenonderzoek naar oude verfsporen verricht. Koopbrief Door
een toevallig bewaard gebleven koopbrief uit 1493 weten we dat het
toenmalige pand destijds eigendom was van schepen Jacob Gijsbrechtszoon
en door hem verkocht werd aan ene Claes Huge die Groot. Niet onmogelijk
is dat een deel van dit pand de stadsbrand heeft overleefd. Na de brand
werd het nieuwe of opgeknapte huis bewoond door Jacob Joostzoon. Later
in de zestiende eeuw wordt het eigendom van Corstiaen Simonsz van
Groenewegen, een telg van de familie Van Groenewegen die in de naast en
achtergelegen panden de brouwerij ‘Het dubbele
Cruys’ exploiteerde. In
1600 verschijnt het huis onder de naam “’t Vergulde
Hamerken” in het haardstedenregister. Het pand telde toen
vier vuurplaatsen. Dat was een bescheiden omvang op de gracht. Eigenaar
en bewoner was op dat moment Lenert Claesz van Sorgen. Welke
beroepsmatige zorgen hij had weten we helaas niet. Koets
en negen paarden Tussen 1730 en 1757 werd
het huis bewoond door de zeer vermogende regent Paulus Teding van
Berkhout. Geld had de man genoeg. Na zijn overlijden liet hij een
vermogen van 215.000 gulden na. Hij huurde het huis
aanvankelijk van bovengenoemde dr. Daniel
Guillermet, die zelf het huidige Koornmarkt 49 weer huurde van een
andere regent. Pas een aantal jaren later werd hij hier zelf eigenaar.
Het was wel chique ingericht, want het had
twee behangen kamers, dat wil zeggen met handgeschilderde weefsels, dan
wel goudleer. Hoewel Paulus als vrijgezel door het leven ging, hield
hij er negen personeelsleden op na. Ook had hij een koets en negen
paarden.

De buitenplaats Pasgeld aan de Vliet, geschilderd door Jan van der
Heyden (Koninklijke collectie Londen)
|
Het
buiten Pasgeld
Behalve dit huis, bewoonde hij ook het buiten Pasgeld aan de Vliet
(gemeente Rijswijk). Tegenwoordig ligt daar een klein
woonwijkje (Van Hardenbroeklaan) met huizen uit de jaren ’30
en ’50. Over zijn
‘domestiquen’(personeel) beklaagde Paulus zich in
zijn bewaard gebleven correspondentie. Hij vond ze
‘bêtes’(dom) -- want hij schreef deftig
in het Frans -- maar ze waren nu eenmaal
“nécessaire pour vivre un peu noblement”
(nodig voor een adellijke leefwijze). Hij deed ons ook
verslag van zijn kijk op de hongerrellen die in de winter van 1740 in
Delft uitbraken vanwege de hoge graanprijzen. Bij grutter Poot in de
Blauwe Starre op het Vrouwjuttenland kwam het destijds tot een
uitbarsting toen vrouwen zijn winkel dreigden te plunderen.
Al snel verzamelde het ‘canaille’ (het gewone volk)
zich ‘par milliers’ (bij duizenden) in de
straat en begon met stenen te gooien, aldus Van Berkhout. “De
schutterij trad echter verrassend snel en doeltreffend op. Jammer dat
je er niet bij was. Capitein Van Goens deed het geweldig en Bruyntje
van der Dussen kwam in galop van zijn buiten om zijn plicht te
doen”, schreef hij aan zijn neef die buiten de stad verbleef.
 |  |
Het pand links op de oudste kadasterkaart van circa 1825. Rechts de
veldschets van de landmeter van het kadaster van de vernieuwing van de
achteraanbouw in 1907.
|
Notarissen
Na de
dood van de regent Teding van Berkhout zag buurman Leendert Swaanshals
kans het pand te kopen en schoof een pandje op. In 1779 werd het huis
gekocht door notaris Christiaan Westakker, die er zijn kantoor
vestigde, pal naast concurrent Geestranus (zie Koornmarkt 69).
In de jaren 1892 tot 1938 zou dit huis opnieuw dienst doen als
notariskantoor. Nu van notaris Harm Pieter Bok. Hij overleed in 1926 en
werd opgevolgd door notaris Everard Vincent. Tussen 1938 en
1970 was hier een pension gevestigd.
|