Oude Delft 12A (en 12, 12B) | www.achterdegevelsvandelft.nl | ||||
Plateelbakkerij, koornbranderij, woonhuizen sinds 1884 | NB: Klik op de afbeeeldingen voor een vergroting. | ||||
Oude Delft 12, 12A en 12B aan de oostzijde van de gracht zijn in 1884 gebouwd in opdracht van Delftse aannemer Geurt de Ronde. Hij kocht in 1860 de panden, die er op dat moment stonden: bedrijfsgebouwen van de vroegere plateelbakkerij De Pauw en nog eerder van de bierbrouwerij De Pauw. Die brouwerij had zijn hoofdvestiging aan de Koornmarkt, waar nu de huisnummers 19-23 zijn. Dit gebied tussen Oude Delft en Koornmarkt is heel lang één perceel geweest. Op de Kadastrale kaart van 1832 is dat nog goed te zien. Op dat moment was het nog steeds heel groot, maar had het al niet meer de oorspronkelijke omvang. Die varieerde in de loop van de tijd. Aan de Oude Delft verrezen in 1884 de drie grote woonhuizen, die er nu zijn en die sinds 1993 op de gemeentelijke monumentenlijst staan. De voorgevels zijn opgetrokken in een rijke eclectische bouwtrant. Het middelste pand, nummer 12A, heeft een accent gekregen, doordat het over de hele hoogte iets naar voren springt en de gevel “iets rijker” is behandeld. De hoeken zijn geaccentueerd door pilasters. De daken zijn bekleed met zink en de dakkapel van het middelste pand is groter dan de andere twee en ook anders geornamenteerd. Burgemeester Pauw De aardewerkfabriek Bijna dertig meter breed Eigenaar na Kruijck is Leendert van der Leth en vanaf 1701 is het bedrijf eigendom van de gebroeders Gerrit en David Kam. In 1725 wisselde het gehele complex in één koop van eigenaar voor ƒ 11.200. De broers Kam hielden het er niet lang uit. Ze stootten een deel af, want omstreeks 1729 (volgens het Huizenprotocol) kocht Jan Verhagen het achterste gedeelte van de “plateelbakkerije”, gelegen aan de Oude Delft. Ook het Verpondingkohier van 1732 maakte daar melding van. Genoemd werd een pand dat tot de plateelbackerije van Jan Verhagen behoort, met twee “uytgangen aan ‘t Oude Delft”. De panden aan de Koornmarkt kregen vanaf 1729 een woonbestemming. De Milde en het beeldmerk In het Stadsarchief van de gemeente Delft is een boekje aanwezig met daarin de vastgelegde beeldmerken van de toen bestaande plateelwerkplaatsen. Het beeldmerk van De Pauw is inderdaad een afbeelding van een pauw in verschillende tinten blauw met daaronder de tekst Fijnplateelbakkerije De Pauw sinds 1651. Deze afbeelding was aangebracht op de muur boven de poort van het pand aan de Oude Delft. Jacob de Milde was degene die het liet vastleggen. Hij liet ook aantekenen dat de goederen, die hij liet maken werden gemerkt met de letter IDM (de i staat in dit geval voor de J van Jacob). ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() Al dit Delftse Blauwe aardewerk werd ooit gemaakt in de plateelbakkerij De Pauw. Apothekerspotten van De Pauw zijn zeer zeldzaam. Afkomstig uit de collecties van museum Boerhave, Prinsenhof, Lambert van Meerten en het Rijksmuseum. |
![]()
![]() Achter OD 14 staat nog een oud bedrijfsgebouw van de plateelbakkerij. |
||||
Faillissement plateelbakkerij De meester-steenhouwer/aannemer Herman van Zwoll (of Swol) kocht de hele boel (niet alleen de Oude Delft, maar ook wat nu Koornmarkt 19-21 is) bij executie, dus uit het faillissement van de plateelbakkerij in 1775. In 1777 wordt het bedrijf is het register van de executieverkopen vermeld als de “gewezen” plateelbakkerij de Pauw. In het verpondingboek van 1795 staat Van Zwoll nog steeds als eigenaar genoemd, en hij blijkt er ook gewoond te hebben. NapoIeon voerde in de ‘Franse tijd’ ("bij Keizerlijk Decreet van 21 oktober 1811") een nieuwe onroerend goedbelasting in, waarbij deuren en ramen, de hoogte van de aanslag bepaalden. Bij de vroeger plateelbakkerij moest er voor 29 deuren en vensters worden betaald, wat veelzeggend is voor de omvang van het complex. Koornbranderij De Pauw Daarna werd het pand eigendom van Gijsbert Kardol. Kardol was een ‘jongeman van de Oude Delft’, toen hij in 1792 met Elisabeth ter Horst trouwde. Uit het Bevolkingsregister 1825-1829 blijkt dat hij en zijn vrouw op dat moment in wijk 1 op nummer 84 woonden, dat is het oude adres voor Oude Delft 12. Daar exploiteerde hij in die jaren ook een Venduhuis (zie de oude krantenadvertentie). |
![]() Napoleon kwam met de belasting op ramen en deuren. Niet iedereen was daar even blij me |
||||
Als Kardols beroep wordt in het bevolkingsregister vermeld: ‘bidder ter begravenis’. Maar hij was ook koopman, had veel onroerend goed in eigendom en was ook de eigenaar bij de eerste opmetingen voor het Kadaster 1832. Elisabeth overleed in 1829, Gijsbert Kardol zelf in 1846. Hij woonde toen nog aan de Oude Delft, en werd aangeduid als ‘stadsomroeper’. Groot woonhuis Wie er na de oplevering in zijn gaan wonen is niet duidelijk. In de adresboeken worden voor het eerst in 1886 bewoners genoemd, vermoedelijk twee broers, Petrus Emilius Gummarus en Johannes Antonius Marie van Berckel, schrijver en koopman. Ze bleven er een paar jaar met zijn tweeën, maar in 1890 is hier alleen nog Johannes te vinden. Daarna is ook hij weg. Petrus woonde in 1890 aan de Koornmarkt (41, beroep distillateur) en kreeg daar samen met Sophie Westeneng een dochter. De Van Berckels waren in Delft een grote katholieke familie, actief in belangrijke functies. |
![]() Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage 19-05-1867 |
||||
Hoogleraar Indische Instelling In 1891 was er een nieuwe bewoner, Justus Rinia Petrus François Gonggrijp (1827-1909), hoogleraar aan de Indische Instelling aan de overkant op de Oude Delft (zie Oude Delft 69). Hij gaf les in het Maleis. Via de zending was hij in 1849 naar Nederlands Indië vertrokken, waar hij in Semarang hoofd van een school werd en later in Depot en Toegoe als zendeling-leraar werkte. In 1864 kreeg hij de benoeming als hoogleraar in Delft, en vanaf 1870 gaf hij ook een college Soedanees. Een van zijn zoons werd later resident van Rembang. Een kleinzoon kwam in 1894 naar Delft om hier naar de HBS te gaan. Vermoedelijk was Gonggrijp voor hij 12A betrok, al bekend op de Oude Delft. In 1878 baarde zijn vrouw Anna Wolvekamp een zoon in Oude Delft 14, het buurhuis. Ook in 1899 en in 1900 is hij nog steeds op 12A te vinden . |
![]() Prof. Gonggrijp, die op OD 12A woonde en aan de overkant docent was. |
||||
Hotel Het Scheepje Interieur in art deco-stijl
In 1945 werd het pand eigendom van Reichert en in 1951 van Helena Klein, in gemeenschap van goederen gehuwd met Joh. Den Heyer. Mevrouw Den Heyer heeft het pand ingericht als kamerverhuurbedrijf en heeft er dertig jaar gewoond. Sinds 1 september 1976 is het eigendom van Frits en Janny van der Jagt, die er in al die jaren heel veel zorg aan hebben besteed. |
|
||||
![]() De Oude Delft in de jaren ’60. Foto RCE. |
|||||
Janny van der Jagt, met dank aan Kees van der Wiel en Els Kemper |
|||||
nadere informatie over Oude Delft 12A | |||||
Geplaatst: 28 november 2015 |
www.achterdegevelsvandelft.nl - Facebook: www.facebook.com/AchterdegevelsvanDelft - Twitter: twitter.com/AchterdgvDelft |