Oude Delft 149 biedt sinds 2016 onderdak aan
een modehuis voor kleding en sieraden. Daarvoor was het een winkel in
HiFi apparatuur, Audiohuis Delft. Het is al meer dan 170 jaar een
winkelpand. Voor het Audiohuis was hier een winkel in tweedehands
kleding gevestigd en daarvoor de aquariumhandel Kasius. Vanaf 1954 had
Willem van Essen er een delicatessenzaak. Hij nam de winkel over van
Maria Alida van Essen die sinds 1919 op dit adres handelde in
handwerkartikelen en babykleertjes. Naast het winkelpand ligt
het ‘kleinste huisje van Delft’ (Oude Delft 147) en
de poort die ooit toegang gaf tot het Sint Hieronymusklooster erachter.
Het huisje boven de poort is bouwkundig een 17e eeuwse aanbouw van Oude
Delft 149. Het huis dat hier stond en dat vermoedelijk na de stadsbrand
van 1536 nieuw is opgebouwd, behoorde tot de kloostergoederen die bij
de Reformatie door de overheid werden geconfisqueerd. Toen bij een
restauratie de pleisterlaag van de gevel op de eerste verdieping werd
weggehakt, bleek dat die gevel tot de bovenzijde van de raamkozijnen
uit metselwerk bestond van kort na de brand (of wellicht nog daarvoor),
maar dat daarna in de zeventiende eeuw andere vensters daarin waren
gezet met nieuwe belastingbogen. Die vensters zijn later weer door
negentiende eeuwse vervangen. Het huis is dus in de loop der eeuwen
meer dan eens verbouwd. De winkelpui beneden dateert waarschijnlijk van
een kleine honderd jaar geleden. | Documentatietekening
voorgevel Oude Delft 149 na verwijdering pleisterlaag. Gestippeld is
metselwerk aangegeven dat wellicht van voor de stadsbrand dateert, maar
op zijn laatst van kort daarna. Boven de vensters werd de gevel in de
17e eeuw vernieuwd. Het 17e-eeuwse metselwerk met de
ontlastingsbogen verschilt duidelijk van het lager gelegen oudere
metselwerk. | In
1582 verkocht de stad uit het genaaste kloosterbezit aan mr. Jacob
Burgerszoon een huisje binnen de poort met een kantoortje ten noorden
ervan. Misschien is dat hetzelfde kantoortje dat de stad voordien had
verhuurd of ter beschikking gesteld had aan Pieter van Foreest (zie
Oude Delft 145), het al genoemde ‘kleinste huisje van
Delft’. In 1582 kreeg Jacob ook toestemming een gesloten en
gedempte beerput, die tegen de muur van zijn huis in de oude
kloosterpoort stond, open te maken en te verbouwen tot privaat. Het
‘camerken’ of kantoortje verhuurde Jacob aan
Thielman Vrankenszoon Storm.
Waarschijnlijk bezat Jacob nog een huisje in de poort, dat halverwege
de 17e eeuw deel is gaan uitmaken van het pand Oude Delft 149.
Bij de registratie van de haardsteden in 1600 telde het huis vijf
haardsteden, het verhuurde kamertje slechts één
haardstede. Kort daarna ging het huis in eigendom over op de zusters
Baertgen en Machteld van Berendrecht. Zij komen in de
verpondingsregisters van 1620 en 1632 voor. |
| | |
Kaart
van Braun en Hoogenberg
met het klooster. | Detail Kaart Figuratief. De poort rechts is nu
Oude Delft 147. Direct links ervan Oude Delft 149. | De situatie op de
Kadasterkaart
van 1832. | Recente
kaart. Er is weinig veranderd.
De poort is er nog steeds. |
Families Van der Goes en Van der Burch
Halverwege de 17e eeuw was Clara Jansdr van der Burch de eigenaresse
van Oude Delft 149, en na haar kwam Adriaan van der Goes (1581-1656),
die getrouwd was met haar dochter Catharina van der Burch (1595-1671).
Adriaan was onder meer enige tijd burgemeester van Delft en rentmeester
van het domein Voorne. Hij was waarschijnlijk degene die een en ander
liet verbouwen, waarbij het huisje erachter in het pand opgeslokt werd.
Het huis bleef daarna meerdere generaties in het bezit van de families
Van der Burch en Van der Goes. In 1715 was Catharina van der Goes de
bewoonster, samen met haar man Jacob Vredenburg van Adrichem.
In 1719 verkochten zij het huis aan Maria Glaudina van der Burch, de
weduwe van Philips van Bronsvelt. Bij de koop hoorde ook het
naastgelegen kleinere huisje dat op dat moment verhuurd was aan de
wijnkopersknecht Cornelis van der Bergh. De koopprijs van beide panden
bedroeg 5900 gulden. De koopster leende daarvoor 3000 gulden via een
schuldbrief. In het midden van de 18de eeuw bewoonde haar
dochter Philippina van Bronsvelt het pand. Zij overleed in 1752. Na
haar dood kocht ene Jan Box het huis voor 4475 gulden, de
kamerbehangsels inbegrepen. Zijn dochter Anna Box kwam er later te
wonen, met haar man Bernard Nording Doitsma. Boterhandelaar
Na hun overlijden werd het huis voor het schamele bedrag van 1475
gulden opgekocht door de boterhandelaar Pieter Reijnders. Huizen waren
in die dagen aan de straatstenen bijna niet kwijt te raken in de
verarmde stad, die aan alle kanten bevolking zag vertrekken. Het kleine
huisje werd verkocht aan mr. Jacobus Johannes le Seur, de eigenaar van
Oude Delft 143, aan de andere kant van de steeg. Of de
boterhandelaar het huis zelf heeft bewoond is nog een open vraag. Na
zijn dood werd het in 1834 verkocht aan de winkelier Abraham Koolhoven.
Sindsdien bleef het ruim 70 jaar eigendom van deze familie van
kooplieden en winkeliers, tot het kort na 1900 gekocht wordt door Maria
de Bodt, en in 1919 door Maria van Essen, met haar winkel in
handwerkjes en babykleding.
Henk Verbruggen
>> Zie hier voor meer informatie
over bronnen, eigenaren en bewoners van Oude Delft 147-149
Geplaatst: 2008 /
Laatste wijziging: 28 december 2020 |
OD
149 grenst pal aan de vroegere poort naar het
Hieronymusklooster dat sinds 1403 aan de Oude Delft stond.
De kop boven de poort verwijst naar Pieter van Foreest, die
het kamertje erboven huurde.
Foto van de Oude Delft in 1926 uit het Weekblad
Groot Rotterdam. (Collectie Gemeentearchief)
Tekening
Piet Kramer, circa 1920
|