Het huis dat nu kantoren herbergt (vroeger de gemeentelijke afdelingen cultuur en sport) was oorspronkelijk een poorthuis van het Sint Agathaklooster. In 1577 werd het samen met het ernaast gelegen pand in beslag genomen door de Staten van Holland en vervolgens aan de stad Delft ter beschikking gesteld. De stad vestigde hier korte tijd het Charitaathuis, dat is het kantoor van de stedelijke armenzorg.
In deze panden, met name in de achterbehuizing daarvan aan het Agathaplein, vonden waarschijnlijk de overgebleven kloosterzusters een onderdak. De situatie is na 1960 sterk veranderd. De ingang van Oude Delft 175 was vroeger te vinden aan de Oude Delft zelf. Er zijn nog oude foto’s waarop dat is te zien: een huis met een donkerbruine winkelpui, pal naast de poort die naar het Agathaplein leidt. Alles is afgebroken en vervangen door nieuwbouw met een zogenaamd oud uitziende gevel. Hierbij is de voordeur verhuisd naar de doorloop naar het plein.
Kosters en dominees
Kosters en dominees van de naast gelegen Waalsche Kerk hebben het huis ook mogen gebruiken. De predikant De la Rivière regelde in zijn testament via een schenking aan de Kamer van Charitate dat ook zijn vrouw na zijn overlijden gratis zou mogen blijven wonen in deze ‘Stadsbehuizing’. Tot 1688 zetelde er servitiemeester Van Vliet. De servitiemeester regelde de inkwartiering van militairen en de kostenvergoedingen daarvoor.
In die tijd woonden hier ook de vrouw en dochters van de Graaf van Schomburg, een generaal in het Staatse Leger, die als hugenoot uit Frankrijk moest vluchten na de opheffing van het Edict van Nantes in 1685.In 1767 werden de beide percelen, nu Oude Delft 173 en 175, definitief gesplitst. Een deel van het pand werd al eerder, in 1738 verhuurd aan Lammers Renaut, de koster van de Waalse Kerk. Ook predikant Jacques Mailland mocht er een tijdtje gratis wonen. Een ander deel werd na de splitsing verhuurd aan Anne Esther Venatier, die er tot 1785 een ‘Fransche school’ hield.

Nr. 175 was in 1832 een klein stukje van een veel groter geheel |

Dit is volgens de oude Kadasteropmeting de omvang van alleen nr. 175. |

De situatie nu. Op dit kaartje zijn OD 173 en OD 175 één geheel. |
Winkel
Na haar dood verkocht de stad het pand aan de Saksische bontwerker Christiaan Sigismund Kreijsig. Het is niet duidelijk of Christiaan hier ook een winkel vestigde. In een advertentie uit 1795 weten dat hij zijn ‘affaire’ vergroot had en in staat was het allerbeste bont voor winterkleding goedkoper te leveren dan ooit tevoren.
Maar toen was Christiaan ondertussen al verhuisd. In 1790 had hij het huis verkocht aan Leendert Sas, binnenvader van het Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis in de Schoolstraat. Na hem zien we hier zijn zoon Gijbertus Sas, die onderwijzer was aan de armenschool aan het Agathaplein. De school zou later verhuizen naar de Verwersdijk. De weduwe van Sas dreef samen met haar schoonzuster een winkeltje in sterke drank en kruidenierswaren in het pand. Aan de achterzijde was inmiddels in de 19de eeuw een deel bijgebouwd achter het erf, dat verhuurd werd aan militairen die in de nabijgelegen kazerne hun werk hadden. De erfgenamen van Sas verkochten het pand aan een wagenmaker, van wie niet duidelijk is of hij er ook zelf woonde, of het verhuurde. Tussen 1858 en 1871 had diens zoon Willem Hendrik Frankamp er echter zijn zaak als huis-, meubel- en rijtuigschilder. Hij was ook handelaar in glas- en verfwaren. Na hem woonden er, soms slechts in een deel van het huis, een tapper, een warmoezier, een spekslager en een vleeshouwer.
De Gezusters Richter
In 1901 kocht smit Jan Richter het huis. Jan was een ondernemende zakenman. Hij bezat behalve dit pand uiteindelijk ook Oude Delft 140 aan de overzijde van de gracht en Phoenixstaat 40. Samen met zijn dochters richtte hij de vennootschap “De Gezusters Richter” op die handelde in sponsen, borstels en ander huishoudelijke artikelen. In de overeenkomst stond wel dat in dit pand geen handel gedreven mocht worden in artikelen die in zijn winkel aan de overkant op Oude Delft 140 verkocht werden. Diverse familieleden bewoonden het bovenhuis, onder wie ook Jan zelf in zijn nadagen.
In 1921 verkochten de zusters Richter het pand aan de “Brandstoffencommissie voor het district Delft”. Deze commissie was ingesteld tijdens de Eerste Wereldoorlog voor de distributie van brandstoffen, maar beëindigde haar werkzaamheden in hetzelfde jaar. Het pand kwam dus opnieuw in de verkoop.

De omgeving van Oude Delft 175 en 173 in 1943 geschilderd door Eduard Houbolt. |
Rijwielhandel
De nieuwe eigenaar werd de rijwiel- en motorhandelaar Gerrit van der Heide. Behalve fietsen verkocht hij ook schaatsen. Hij wordt opgevolgd door rijwielhandelaar A. Breemers, die het pand inmiddels huurde van de beleggingsmaatschappij N.V. Nationaal Grondbezit in Den Haag. In 1936 werd de winkel van het pand verkocht aan de ‘Stichting het Princenhof’. De zaak werd toen gehuurd door Karel Koet, die handelde in verwarming- en verlichtingsartikelen. Na hem kwam de matrassenfabriek en -handel N.V. Linido in de zaak. Het bovenhuis werd voor de oorlog verhuurd aan de Vereniging R.K. Meisjesclub ´De Graal´.
Brand
In 1944 werd het over gedragen aan de Gemeente Delft. Die bracht er onder meer de etnografische collectie in onder, in enkele kamertjes op de tweede verdieping. Kort daarna brak er echter brand uit waarbij een deel van de kunstwerken verloren ging. De brandschade was aanleiding de panden Oude Delft 173 en 175 te verbouwen en in gebruik te nemen als kantoor en woonruimte. Dat is nu 50 jaar geleden.
Henk Verbruggen
Gegevens grotendeels ontleend aan het onderzoek van J.H. Geertzenwijk
nadere informatie over Oude Delft 175
Geplaatst 2009 / Laatste wijziging: 21 november 2018 |

Oude Delft 175, in de poort

Hier is oude Delft 175 nog een winkelpand
aan de Oude Delft.

Detail Kaart Figuratief. Waar in de poort S.Aechten staat, daar is de ingang van OD 175.

Ansicht rond 1900. Bijna tegenover de ingang
van de Oude Kerk, het vroegere OD 175
(www.delft-prentbriefkaarten.nl)

De huidige situatie: het hele pand lijkt bij nr. 173 te horen, maar dat is niet zo. Het rechter deel is van nr. 175.

Het pand van bovenaf gezien.
(Collectie Erfgoed Delft, Gemeentearchief)

Phoenixstraat 40, eigendom van Jan Richter


Advertenties uit de Delftsche Courant van 1904, 1921 en 1934.
|