Van
1939 tot omstreeks 1975 was op het adres Oude Delft 36 de
instrumentenfabriek Optische Industrie De Oude Delft
(‘OldDelft’) gevestigd. Achter het pand werd, in de
Nickersteeg, een destijds moderne fabriekshal gebouwd. Het bedrijf werd
in 1939 gesticht door Oscar van Leer, zoon van de blikfabrikant Van
Leer. In de oorlog ging deze oprichter naar de Verenigde
Staten en droeg de leiding van het bedrijf over aan dr. Albert Bouwers,
een groot uitvinder die meer dan 140 patenten op zijn naam zou krijgen.
In 1949 werd Bouwer bovendien buitengewoon hoogleraar aan de Technische
Hogeschool. Tijdens de Vietnam-oorlog deed het bedrijf zulke goede
zaken met haar infrarood-kijkers voor het Amerikaanse leger, dat het
pand aan de Oude Delft veel te krap werd. Elders werd een nieuw bedrijf
neer gezet. Leeggekomen fabriek en kantoor zijn daarna onder meer korte
tijd in gebruik geweest als filmstudio, waarna het in 1980 door krakers
werd bezet. Inmiddels is het pand gesplitst in meerdere bedrijfs- en
woonruimten, waarbij een nieuwe ingang in de Nickersteeg is gemaakt. Spelen
met vuur Het huis is omstreeks 1630 ontstaan
uit het achterhuis van brouwerij De Drie Sterren aan de Koornmarkt (nr.
49), die eigendom was van de familie Onderwater. Dochter Cornelia
Onderwater betrok het toen nieuwe pand met haar echtegnoot, mr.
Cornelis Soetens, commies en opzichter van ‘s Lands
kruitmagazijnen in het voormalige Clarissenklooster aan de huidige
Paardenmarkt. Soetens is bekend geworden als de veroorzaker van de
‘Delftse Donderslag”. In 1654 kreeg hij hoog bezoek
uit Den Haag en besloot het persoonlijk rond te leiden door de kelders
van het magazijn, zo wil het verhaal. Daarbij ging hij wat onhandig te werk met
zijn lantaarn, waardoor het kruit vlam vatte. Het gevolg was dat
Soetens en met hem de gehele noordoosthoek van de binnenstad van Delft
de lucht in vloog. Kort voor deze ramp had Soetens in
1652 nog het pand naast zijn huis aan de Oude Delft erbij gekocht om
bij zijn nieuwe woning te betrekken. Dat tweede huis was gebouwd door
een familie die oorspronkelijk ook een brouwerij had op de Koornmarkt,
de Van der Houve’s van ‘Het Laersje’ (nu
Koornmarkt 45). Op de afbeelding van de Kaart Figuratief van ca 1675 is
het huidige pand nog met twee aparte gevels afgebeeld. 18e eeuws regentenpaleis
De huidige gevel voor de twee voormalige woonhuizen is het resultaat
van verbouwingen in de 18e eeuw. Vooral in 1736 is er in en rond het
huis het nodige overhoop gehaald. Er is toen een nieuw koetshuis in de
steeg getimmerd met een uitgang naar de Koornmarkt en aan de
achterzijde zijn ook de keuken en eetkamer verbouwd. De buurman was bij
deze bouwplannen nogal beducht voor inkijk vanuit een nieuw zolderraam.
Dat bezwaar werd ondervangen door een zogenoemde
‘koekoek’ te construeren. Verantwoordelijk voor
deze ingrepen was de regentenfamilie Van Schuylenburg, die het huis tot
1783 ruim een halve eeuw bewoonde. Zowel Adriaan als Willem schopten
het tot burgemeester en mochten zich tevens Heer Van Duckenburg noemen.
In 1749 had burgemeester Willem van Schuylenburg in zijn stal een koets
staan met drie paarden en had hij zeven man/vrouw personeel. Bij het
huis hoorde vanouds ook een poort naar de Oude Delft, die via het erf
achter de twee belendende huizen toegang gaf tot de gracht. Behangsels
Bij de verkoop in 1782 werd het omschreven als een huis met een
“seer groote binnenplaats” en een “extra
ruijm koetshuys” met “fraije stalling voor vijf
paarden”. Aan de voorzijde van het huis waren twee salets
(ontvangstkamers). Die aan de noordzijde had goudleer behang en een
spiegel boven de schoorsteen, die aan de zuidzijde naast de steeg een
rood trijpt behang met een schilderij boven de deur. Ook in de eetzaal
was goudleer behang en elders nog een kamer met een geschilderd
schoorsteenstuk en in de noorder bovenkamer een ijzeren kachel,
destijds heel modern. Venduhuis
Van 1783 tot 1812 bewoonde een andere regent, mr C. Overgauw Pennis,
het pand. Ook hij zou geruime tijd burgemeester zijn. In 1812 verkocht
hij het huis met stal en koetshuis voor f 6000 aan zeven
notarissen die er een venduhuis van maakten om
‘verkoepinge’ te houden. Omwonenden klaagden
vervolgens bij het stadsbestuur over de rommel die daarbij op straat
stond, waardoor ze er met hun koetsen niet langs konden.
In 1819 verkochten de twee overgebleven notarissen het pand met verlies
aan kostschoolhouder Bernardus van Aalst. Ook deze onderneming werd
geen succes, want vijf jaar later verkocht hij het alweer, nu opnieuw
aan een regent: wethouder Martinus Anne Wijnaendts, die overigens
gehuwd was met de dochter van burgemeester Overgauw Pennis.
 |  |  |  |  | V.l.n.r.
prof. Taco Roorda, prof.dr. L.
H. Siertsema, prof. J. M. Telders, W.J.A.I. graaf van Bylandt (foto
Emma Kirchner, Erfgoed Delft) en dr. A. Bouwers (directeur Optische
Industrie). |
Gezeten hoogleraren
In 1842 kwam prof. Taco Roorda in het huis. Hij was door koning Willem
II aangezocht om de nieuwe Academie voor Indische ambtenaren op te
zetten en had daarbij een vorstelijk salaris bedongen. Na hem woonden
hier in de 19e eeuw de gepensioneerde militair W.J.A.I. graaf van
Bylandt en de hoogleraar Javaans en Mohammedaans Recht aan de Indische
Instelling, prof. A.W.T. Juynboll. De koopprijs van het huis was in
1871 inmiddels opgelopen tot f 14.000. Na Juynbol woonden er de
(technische) hoogleraren J.M. Telders en L.H. Siertsema. De laatse
verkocht het pand in 1919 voor f 42.000 aan de Raad van Arbeid, die er
in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw kantoor
hield. Speculatieobject
Na het vertrek van de Optische Industrie ‘De Oude Delft
‘, later genaamd Oldelft (tegenwoordig na een fusie met
Enraf-Nonius Delft Instruments) werd het pand een speculatieobject voor
vastgoedbeleggers waaronder in 1978-1979 Kobé Vastgoed van
de Delftse ondernemer Koreneef. Hij verhuurde het onder andere voor
antiekveilingen en aan een filmploeg die opnamen maakte voor de film
Nosferatu van regisseur Werner Herzog, waarvoor de gracht tijdelijk een
19-eeuwse metamorfose onderging. Gekraakt
Daarna hield eigenaar Haan (van Robero Vastgoed BV) met zijn compagnon
Hen er korte tijd een kantoor. Toen het begin maart 1980 leeg stond
trok de aandacht van de kraakbeweging die er met circa tien mensen
introk. Na twee weken werd het pand met veel geweld binnengevallen en
ontruimd door een knokploeg. De krakers vluchtten onder andere via de
ramen en moesten door de politie worden ontzet. Zij mochten snel weer
terug. Een van de bewoonsters werd zo afgerost met een koevoet dat ze
met een dwarslaesie in het ziekenhuis belandde. De knokploeg werd
gearresteerd en zat tot eind van de middag vast op het politiebureau.
De actie haalde de landelijke pers en tv. Na een door Haan afgedwongen
gerechtelijke uitspraak moesten de krakers het pand eind mei
uiteindelijk toch verlaten. 
Trouw, 24 april 1980 |
Eind 1981 werd het pand via
een openbare vrijwillige verkoping aangeboden in twee aparte delen: als
monumentaal kantoorpand aan de Oude Delft en het aan de Nickersteeg
gelegen fabrieksdeel. De fabriek werd gekocht door de Delftse architect
Tjeerd Deelstra die er een tientallen jaren durend verbouwingsproject
van maakte, maar het nooit in gebruik nam. Oude Delft 36
bleef in handen van beleggers die er studenten als anti-kraakbewoners
in plaatsten, die het pand nog verder verwaarloosden. Uiteindelijk
bleef de Westland-Utrecht Hypotheekbank met het compleet uitgewoonde
pand zitten. Reclamebureau
In 1985 werd het pand aan de Oude Delft gekocht door Patty en Stef
Breukel, tot dan toe de buren van nummer 34. Na verbouwing vestigden
zij op de begane grond het kantoor van hun reclamebureau Klats en
gingen er boven wonen. In de Nickersteeg maakten ze een extra entree om
een deel van het huis als appartementen te verhuren. Na
29 jaar verkochten ze in 2014 het huis, inclusief de huurappartementen
in de Nickersteeg, aan nieuwe bewoners. |
|   Op
de Kadasterkaart uit 1832 is ook de poort te
zien, die bij het pand hoorde. 
Egbert
van Poelgeest schilderde de kaalslag, die het gevolg was van de kruitontploffing
(het schilderij hangt in National Gallery Londen).
 Het
gemeentearchief heeft een gravure, gemaakt
naar het schilderij, in bezit.
 Op
de Kaart Figuratief heeft Oude Delft 36 nog
twee gevels. Rechts de poort. 
Oude Delft 36 in de jaren ’60, toen
nog eigendom van de Optische Industrie.
 Algemeen
Dagblad, 17 november 1979.
 Foto
De Waarheid, 18 maart 1980. |