Oude Delft 69 www.achterdegevelsvandelft.nl
In de Indische Instelling wordt nu gewoond NB: Klik op de afbeeeldingen voor een vergroting.
In het voormalige gebouw van de Indische Instelling, Oude Delft 69, zijn tegenwoordig zeven appartementen voor particuliere bewoning te vinden. Lange tijd was hier ook het Delftse politiebureau gevestigd. In het grijze verleden hoorde het deels bij het Weeshuis in het voormalige Sint Barbaraklooster. De Indische Instelling werd door de gemeente Delft in 1864 opgericht om ambtenaren op te leiden voor de koloniale Indische dienst. De behoefte daaraan ontstond na de opheffing van de Delftse Koninklijke Academie in datzelfde jaar. Die maakte plaats voor de Polytechnische School voor Ingenieurs, maar zonder de Indië-specialisatie. Veel ingenieurs vertrokken echter naar Indië. Daarom werd besloten een aparte opleiding te starten: de Indische Instelling.

Deze Indische School kreeg in 1875 een eigen gebouw, Oude Delft 69, kleiner dan het nu is. De Indische opleiding zat aanvankelijk– als je ervoor staat -- rechts van de ingang. Daar gaat achter de voorgevel nog steeds een grotendeels zestiende-eeuws woonhuis schuil, zo bleek bij bouwhistorisch onderzoek tijdens de renovatie en herinrichting in 1998. Het pand dat links van de ingang stond was het vroegere Generaliteitsmagazijn. Dat is later ook in gebruik genomen door de Indische Instelling. Voor het geheel werd een nieuwe voorgevel opgetrokken, die is er nu nog steeds is. Behalve de naam, die hoog in de gevel is te lezen, verwijst ook het Balinese masker in de sluitsteen boven de ingang naar de vroegere bestemming. De panden die hier eerder stonden hebben allebei een interessante geschiedenis.


De geveltop is recent gerestaureerd en kreeg daarvoor de Delfia Batavorum Le Comteprijs

De plattegrond van Braun en Hogenberg uit 1581. Rechts van het Barbaraklooster verrezen de panden van wat nu Oude Delft 69 is. Kadastrale Kaart uit 1832. Bij de pijlen het voormalige Generaliteitsmagazijn (blauw) en het voormalige Wapen van Holland (donkerrood). Recente situatie, inclusief ook nog OD 71.

Generaliteitsmagazijn
Het terrein van het huidige Oude Delft 69 behoorde in de Middeleeuwen grotendeels tot het Sint Barbaraklooster, dat met de Reformatie werd opgeheven en in bezit kwam van de stad Delft. Deze bestemde de belangrijkste gebouwen, nu de sociëteit Alquin van de studentenvereniging Sanctus Virgilius, tot weeshuis. Bij het begin van de Tachtigjarige Oorlog zochten zowel de Staten-Generaal van de Republiek als de Staten van het gewest Holland een plek voor hun oorlogsmagazijnen. Delft was daarvoor gunstig gelegen en wilde die wapenopslag graag binnen haar poorten hebben. De stad verhuurde daarom onder meer de voorraadschuur van het weeshuis aan de Staten-Generaal als “Generaliteitsmagazijn”. Waarschijnlijk is de schuur voor dat doel verbouwd.

Oudste afbeelding
De oudst bekende afbeelding van dit Generaliteitsmagazijn is een tekening die Abraham Rademaker rond 1720 maakte. Hij beeldt het gebouw af met een sierlijke in- en uitzwenkende topgevel. De opslagfunctie blijkt uit een brede dubbele deur beneden en hijsdeuren bij de hoger gelegen vloeren. De deuren en luiken zijn geschilderd in een diagonaal zwart-wit patroon. Het zijn de stadskleuren waaraan men een gebouw dat stadseigendom was, destijds herkende. Het gebouw had feitelijk geen verdieping, maar een hoge kap met daarin een zolder en twee vlieringen. Bovendien was het enorm diep zodat er veel in kon worden opgeslagen. Het liep van de Oude Delft door tot aan de stadswal (de Westvest) over een lengte van vermoedelijk 75 meter.


Het diepe pand van het Generaliteitsmagazijn (van Oude Delft naar Westvest is op de Kaart Figuratief goed te zien.

Volgens de Delftse geschiedschrijver Van Bleyswijck lagen daar ‘een groote menigte van yzere en loode kogels, bomben en granaten met hunne spiegels en proppen, brandpypen en buyzen, en een oneendig getal van allehande krygstuigen tot verderf der menschen en steden uitgevonden’. Dat klinkt overigens gevaarlijker dan het was, want kogels waren destijds massief en de bommen en granaten werden zonder hun kruitlading bewaard. Het buskruit van de Generaliteit lag opgeslagen in twee oude waltorens, en vanaf 1660 in het nog steeds bestaande Kruithuis aan de Schie.


Boven de ingang een Balinese sluitsteen, die herinnert aan de opleiding van Indische ambtenaren

Achttiende eeuwse prent van twee panden aan de Oude Delft. Midden het Generaliteitsmagazijn (wapenopslag) en rechts Het Wapen van Holland, een deftig woonhuis. (coll. Archief Delft)

Wapen van Holland
Op de tekening van Rademaker is rechts van het magazijn een fraai woonhuis te zien, het “Wapen van Holland”. Van dit pand zijn achter het rechter deel van de huidige gevel nog steeds resten te vinden. Het had een rijke laatgotische trapgevel met drie overkragingen op geprofileerde bogen boven elkaar. Op de hoeken had het forse pinakels, bijna hoektorentjes. Het had zijn ingang in een soort aanbouw aan de zuidzijde. Boven die ingang is op de tekening een sluitsteen te zien met het wapen van Holland en het grote wapenbord hoger tegen de gevel toont een meerman. Dat is het wapen van de familie Meerman. Het pand was rond 1720 toen de tekening werd gemaakt, waarschijnlijk tot 1724, eigendom van vader Frans en zoon Johan Meerman. Zeer invloedrijke regenten, niet alleen in Delft maar ook ver daarbuiten. De familie beschikte over nogal wat VOC- kapitaal.


In 1678 overleed Frans Meerman. In het begraafboek wordt vermeld dat hij bewindhebber was bij de Oostindische Compagnie en aan de Oude Delft bij ’t Weeshuis woonde. (Digitale Stamboom)

Ook uit oude koopbrieven uit 1626 en 1681 en het huizenprotocol van de stad Delft blijkt dat het eigendom was van bekende regentenfamilies, bijvoorbeeld ook van de familie Van Adrichem. Mogelijk was het verhuurd als kantoor of beheerderswoning van het magazijn. Halverwege de 18e eeuw werd het “Wapen van Holland” bewoond door oud-burgemeester mr. Caspard Casparsz. van Kinschot met zijn vrouw Catharina Cornelia van Kinschot, twee kinderen en vijf dienstboden, in bezit van twee paarden en een koets.

 
Het echtpaar Caspard Casparsz. van Kinschot (kopie naar Isaäc Paling) en Catharina van Kinschot (P.C. la Fargue, 1761) woonde halverwege de 18e eeuw in het Wapen van Holland. (Particuliere collecties).

Hij huurde het huis van zijn zoon Caspard Rudolph van Kinschot die een paar huizen verderop woonde in Het huis Portugaal, nu Oude Delft 75. Diens vrouw Catharina Maria Dedel had beide huizen geërfd, als nichtje van de kinderloos overleden Johan Meerman. Haar vader Philip Dedel was overigens commies van het Generaliteitsmagazijn, maar bestierde dat vanuit het Huis Portugaal (zie Oude Delft 75).

 
Het echtpaar Caspard Rudolph van Kinschot (zoon van) en Catharine van Dedel
woonde een paar huizen verderop.

Volgens de zeventiende-eeuwse Delftse stadsgeschiedschrijver Van Bleyswijck was het Wapen van Holland ooit een brouwerij geweest, die reeds voor 1600 was 'uitgebroken' (dat wil zeggen als brouwerij opgeheven). Die geschiedenis is niet nader uitgezocht, maar vermoedelijk dateert het pand, zoals veel oude Delftse grachtenpanden, van de herbouw kort na de grote stadsbrand van 1536, iets waar de architectuur van de voorgevel ook op wijst.


Detail van het Wapen van Holland: gevelsteen met wapen van de familie Meerman.


Vroege bouwsporen van het Wapen van Holland, in het huidige OD 69. (Foto Wim Weve)


Het wapen van de familie Meerman. Zie ook de geveltekening. Johan Meerman overleed hier kinderloos, in 1724.
(Archief Delft, Delftse Biografieën)


Het familiewapen van de Van Kinschotten.
(Delftse Biografieën).

Patriottensociëteit
In 1786 werd ‘Het Wapen van Holland’ gekocht door het Patriotten Genootschap van Wapenoefening onder de zinspreuk voor Vrijheid en Vaderland en in gebruik genomen als sociëteit. De patriottische glorietijd was in Delft echter maar van korte duur. In september 1787 kwamen de Pruisen de macht van de Oranjes herstellen. Een bende Oranjeaanhangers uit Den Haag toog naar Delft om al plunderend wraak nemen op de politieke vijand. Daarbij werd de ook patriottensociëteit kort en klein geslagen. Misschien is het niet toevallig dat op Oude Delft 73 patriottenvoorman Wijbo Fijnje woonde, de uitgever van de Hollandsche Historische Courant.
Het pand werd vervolgens in beslag genomen en op 17 juni 1788 gekocht door de Raad van Staten der Verenigde Nederlanden. In 1832, toen het kadaster werd ingevoerd, was de gemeente Delft weer eigenaar.

Klokgevel
Aan de gevels van beide panden, die later zouden worden samengevoegd in de Indische Instelling is in de loop van de tijd flink gesleuteld. De voorgevel van het Generaliteitsmagazijn werd in de achttiende eeuw vervangen door een klokgevel. Hij is te zien op een oude 19e eeuwse tekening en op enkele negentiende-eeuwse foto's. De oudste afbeelding ervan is een tekening die uit de late achttiende eeuw kan dateren. De nieuwe gevel heeft dan ook weer hijsdeuren. Van het andere pand, het Wapen van Holland, is rechts een klein stukje te zien, nl. het ‘zijhuis’ met de ingangspartij, die in achttiende-eeuwse Lodewijk XIV-stijl was gemoderniseerd. Het heeft in de achttiende eeuw ook naar de mode van die tijd een lijstgevel gekregen.

Treinkazerne
Ten tijde van de Franse overheersing (1795-1813) werd het Generaliteitsmagazijn opgeheven en samen met de oude patriottensociëteit ingericht als ‘treinkazerne’. Trein betekent in dit verband een colonne die op veldtocht gaat, met manschappen, materieel en paarden. De oude wapenopslag werd omgebouwd tot een stalling voor honderd paarden. Het sociëteit werd kazerne voor de manschappen. Van die kazerne-indeling zijn nog oude ongedateerde opmetingstekeningen in het gemeentearchief.


Rond 1800 werden de twee panden in gebruik genomen als treinkazerne en kwamen er paardenboxen. Het Hof van Holland had inmiddels een lijstgevel gekregen. (Archief Delft)

Manege
Omstreeks 1850 kwamen de gebouwen in gebruik bij het 3e Regiment Artillerie. Aan de Westvestzijde werd een manege gesticht als Stedelijke Rijschool. De manege ontving een gemeentelijke subsidie maar had ook militaire connecties. De eerste pikeur, Cornelis Jitsens Bottema, gaf ook paardrijles bij het regiment dragonders van het garnizoen. De paardrijliefhebbers waren officieren, studenten en gegoede burgers, een reden voor enkele gemeenteraadsleden om af te willen zien van de subsidie. In 1900 besloot de gemeenteraad de manege op te heffen, maar nog dat zelfde jaar werd het besluit weer herroepen. Uiteindelijk werd de manege op 27 oktober 1924 definitief gesloten, en pas veertig jaar later afgebroken.

Gemeenteschool en Indische Instelling
Op de plek van de treinkazerne-voorheen patriottensociëteit werd in 1863 een gemeenteschool gebouwd met een voorgevel in neoclassicistische stijl, ongetwijfeld naar ontwerp van C.J. De Bruyn Kops, die van 1856 tot 1891 gemeentearchitect van Delft was. Die school werd in 1875 ter beschikking gesteld aan de “Indische Instelling”, de opleiding voor ambtenaren van het koloniale bewind in Nederlands-Indië. Dit schoolgebouw, met maar twee collegekamers en beperkte ruimte voor een etnografische verzameling, bleek al snel te klein. In 1879 werden er al plannen gemaakt om uit te breiden op de plek van het vroegere generaliteitsmagazijn. De opleiding telde toen al 115 studenten. Maar het duurde nog tot 1895 voordat dit plan gerealiseerd kon worden. Zo ontstond de huidige, veel bredere voorgevel, ontworpen door gemeentearchitect M.A.C. Hartman.


Ontwerp voor de uitbreiding van de Indische Instelling in 1895, door gemeentearchitect M.A.C Hartman (Archief Delft)


Een foto uit 1895 van de nieuwe, veel grotere Indische Instelling. (Archief Delft)

De Indische Instelling heeft er maar 5 jaar kunnen profiteren. Er ontstond aan het einde van de negentiende eeuw een overschot aan Indische ambtenaren waarvan nog maar een klein gedeelte uitgezonden kon worden naar Indië. Daarom besloot de gemeenteraad van Delft de Indische Instelling met ingang van 1 januari 1901 te sluiten.
Er wordt wel beweerd dat Multatuli docent is geweest dan wel zijn diensten had aangeboden als docent land- en volkenkunde. Dat is echter een misverstand. Hij heeft op verzoek van studenten slechts enkele lezingen gegeven. Docent was hij hier nooit.

Hoofdbureau van politie en brandweerkazerne
In 1901 werd Oude Delft 69 met de beide woningen ten zuiden daarvan en de oude burgeravondschool erachter aan het Rijk verhuurd ten behoeve van de Polytechnische School. De ‘Indische’ bibliotheek bleef ondergebracht in de bovenlokalen en de etnografische verzameling werd opgeborgen in drie lokalen van de voormalige burgeravondschool en op de zolder van Oude Delft 69.
In 1910 verhuisde het weeshuis vanuit het Barberaklooster naar een nieuw gebouw aan het Koningsplein, nu het schoolgebouw van de Delftse Schoolvereniging. En in 1924 was de manege opgeheven. Daardoor was een gemeentelijke ontwikkelingslocatie ontstaan voor de bouw van een nieuw politiebureau gecombineerd met een brandweerkazerne. Na een verbouwing van het hele complex in 1925 werden zowel politie als brandweer hierin ondergebracht. Een groot deel van het oude Generaliteitsmagazijn werd garage voor politie- en brandweervoertuigen. De grote binnenplaats kreeg in- en uitrijpoorten aan Oude Delft en Westvest.


In 1925 was het nieuwe politiebureau met brandweerkazerne klaar. De brandweer links op de foto. (Archief Delft)

Oude Delft 71
In 1959 werd Oude Delft 71, het voormalige Wapen van Spanje en ooit het atelier van de Delftse schilder Van Mierevelt, bij het politiebureau getrokken. De gemeente Delft had dit pand in 1957 gekocht van het Rijk en verhuurd aan de politie, zo blijkt uit het archief van de Delftse gemeentepolitie. Omdat Delft groter werd en daarmee ook het politiecorps groeide, kwam er een uitbreiding aan de Westvest die in 1969 officieel in gebruik werd genomen. Deze nieuwbouw volstond 25 jaar lang. In 1994 verhuisden politie en brandweer naar een compleet nieuw gebouw aan de Jacoba van Beierenlaan. Het aantal inwoners van Delft was toen ten opzicht van 1900 (ruim 32000) bijna verdrievoudigd. Het politiecorps nam toe van 54 man in 1900 naar 200 man/vrouw in 1994. Daarmee waren brandweerkazerne en politiebureau uit de binnenstad verdwenen. Maar het gebouw van de Indische Instelling, zonder de collegezaal en de vroegere stal erachter, is er nog steeds.

Projectontwikkelaar
In 1995 sloot de gemeente Delft een koop/ontwikkelingsovereenkomst af met Eurowoningen voor Oude Delft 69 en 71 voor ƒ 800.000,-. Twee jaar later kocht projectontwikkelaar Burgwal B.V. het recht op levering van de panden van Eurowoningen voor ƒ 925.000,-. Burgwal verplichtte zich circa negen luxe appartementen te realiseren. Omdat OD 69 een gemeentelijk monument is en OD 71 een rijksmonument moest in het verbouwingsplan rekening worden gehouden met de monumentale waarden. Er zijn uiteindelijk dertien appartementen gerealiseerd, die werden opgeleverd in 1998.

Oude verrassingen
Tijdens de verbouwing van Oude Delft 69 bleek dat het linker gedeelte van het gebouw grotendeels uit 1895 dateerde. Van het vroegere Generaliteitsmagazijn aan de kant van de Oude Delft was feitelijk niets meer over. In het rechtergedeelte kwam echter een bijzondere verrassing aan het licht. De balklaag van de 1e verdieping van het Wapen van Holland bleek nog aanwezig te zijn. Het had een breedte van ongeveer zeven meter en een diepte van circa twintig meter. De balklaag bestond uit eiken moer- en kinderbinten, wat op zichzelf al op een datering vóór het midden van de zeventiende eeuw duidt. Er was ook uit af te leiden dat het pand halverwege door een tussenmuur opgedeeld was geweest in een voor- en achterhuis met elk vier balkvakken. Van oudere binnenwanden en van interieurafwerkingen was verder niets meer over.

Onderhoud en herstel voormalige Indische Instelling in 21e eeuw
De Vereniging van Eigenaren probeert de huidige situatie zo goed mogelijk in stand te houden of te herstellen. Het uitgangspunt is de neorenaissance voorgevel, zoals die door gemeente-architect M.A.C. Hartman in 1895 werd ontworpen. Zo is in 2012 het attiek van de voorgevel opnieuw gevoegd en is een serie tegeltjes vervangen. In 2014 is de smeedijzeren sierbekroning op de topgevel hersteld en is een ontbrekend bolvormig element aan de topgevel toegevoegd.


In de 18e eeuw kreeg het Generaliteitsmagazijn een klokgevel. Rechts een klein stukje
Wapen van Holland. (Archief Delft)


In 1863 werd het voormalige Wapen van Holland een gemeenteschool. De Indische opleiding trok er vanaf 1875 in. (Archief Delft)


Een heel oude foto, 1885. De Indische school
is te zien, en ook het Generaliteitsmagazijn. Misschien gemaakt door Henri de Louw
(Archief Delft)


Een vroege plattegrond van de Indische School. Op de verdieping twee kamers voor de Etnografische verzameling, die nog tot 2013 in Delft was te zien. (Archief Delft)


Sloop in 1920. Het oude Generaliteitsmagazijn werd garage en werkplaats voor het nieuwe Politiebureau. (Archief Delft)


De Westvest in 1925, nog voordat hier de stadswal was gesloopt. Recht de gebouwen van de manege, die onderdeel was van de ‘treinkazerne’.
(Foto RCE)


Ook rond 1950 was het lange dak van de oude militaire loods nog altijd herkenbaar.
(Herkomst foto onbekend)


Voor het nieuwe politiebureau reed de tram nog over de Oude Delft. (Archief Delft)


Het politiebureau met feestverlichting in 1937.
Dat was het jaar van het huwelijk van
Juliana en Bernhard.


Het politiebureau in kleur, 1970. (Archief Delft)


Pas in 1997 werd alle bebouwing achter de
panden aan de Oude Delft gesloopt,
ook het Generaliteitsmagazijn

Ria Bergshoeff, bewoner Voormalige Indische Instelling
Wim Weve, bouwhistoricus
 
nadere informatie over Oude Delft 69  
Geplaatst: 25 september2015  
 
www.achterdegevelsvandelft.nl - Facebook: www.facebook.com/AchterdegevelsvanDelft - Twitter: twitter.com/AchterdgvDelft