Het
huidige huis Portugal is gebouwd in 1697 door Mr. J. Meerman,
secretaris van het Hoogheemraadschap Delfland.
Hij had kort daarvoor aan de Oude Delft een 16e eeuws huis
met
deze naam gekocht, evenals het huis ernaast, op de hoek van de
Poppesteeg, en bovendien een aantal huisjes in die steeg. Hij liet
alles afbreken en bouwde er het bestaande huis voor in de plaats. De
hele operatie kostte hem destijds 35.000 gulden, een ongehoord bedrag
op de Delftse woningmarkt van die dagen.
Het huis dat er voordien stond is waarschijnlijk na de stadsbrand van
1536 gebouwd en werd halverwege de zestiende eeuw bewoond door
korenkoper Frans Pietersz van Overschie. Het heette oorspronkelijk Het
Wapen van Portugal, later Huis Portugal. Er is geen enkele aanwijzing
dat er op deze plek ooit een brouwerij van die naam is geweest, zoals
wel eens wordt gesuggereerd. Omstreeks
1600 woonde er burgemeester
Nicolaas van Adrichem, die destijds ook al de eigenaar was van het
buurhuis op de hoek van de steeg. In 1670 was het de baljuw en
dijkgraaf van Delfland, Willem van der Hoef, die het vroegere Huis
Portugal bewoonde. Diens dochter Catharina zou het uiteindelijk aan de
ondernemende huizenbouwer Meerman verkopen.
De
Kaart Figuratief met de Poppesteeg. De kleine huisjes rechts in de
steeg en de twee huizen rechts op de hoek zijn gesloopt om plaats te
maken voor het Huis Portugal |
Een
diep perceel langs bijna de hele Poppesteeg. | De
huidige omvang van Oude Delft 75. |
Ambonkamer
Na de dood van Meerman werd het ‘groot aensienlijk
ende nieuw getimmert huys en erve, eertijds genaemt Portugael’
in 1713 voor 22.000 gulden verkocht aan de regent mr. Philip Willemsz
Dedel, lid van de vroedschap (soort ‘voorganger’
van de
huidige gemeenteraad). Hij was getrouwd met een nichtje van de Meerman.
In 1725 vererfde hij het huis aan zijn dochter Catharina
Maria
van Dedel. Zij ging er wonen met Gaspar Rudoph van Kinschot, met wie ze
kort na de dood van haar vader in het huwelijk trad. Van Kinschot was
een goede partij. Hij was secretaris van de stad en ambachtsheer van
Nieuwerkerk, Zuid-Schalkwijk en Vijfhuizen (bij Haarlem), baljuw,
schout en dijkgraaf van de stede en lande van Oudewater, en daarnaast
ook nog Bewindhebber bij de Westindische Compagnie en hoofdingeland van
Delfland. Over Oudewater schreef
hij een
stadsgeschiedenis. De Van Kinschots waren een familie die het leven
cachet wist te geven. In 1738 liet hij een achterkamer in het huis van
onder tot boven betimmeren met tropisch hout uit Ambon en voorzien van
fraai stucplafond. Ook kwamen er een gebeeldhouwde marmeren
schoorsteenmantel en vele kostbare meubels. Architect van dit alles was
de Italiaanse beeldhouwer Joseph Bollina, die tussen 1732 en 1760 in
Delft werkte. Het geheel kostte hem 9.500 gulden, een bedrag waarvoor
men destijds een heel grachtenpand kon kopen. De kamer gaat sindsdien
als de Ambonkamer door het leven en behoorde tot de fraaiste
interieurkunsstukjes in Delft.
Een
zeer oude foto van de Ambonkamer, voordat die in 1897 werd gesloopt. Foto
Rijksdienst Cultureel Erfgoed. |
Toen het huis in 1774 te koop
werd aangeboden, was dat met in begrip van
“alle de spiegels in de Penanten en in de schoorstenen, de
schilderijen boven de schoorstenen en deuren, alle de behangsels, alle
de planken en stellingen in kasten en kelders, het vloertapijt in de
grote beneden voorkamer, het vloertapijt in de beneden agter kamer met
Ambonsch hout gelambriseert, de groene damaste zijden gordijnen in
laastgem. kamer, de portieres en gordijnen in den eetzaal,
langwerpige tapijtje op een bovenkamer, de gordijnen voor de bedsteden
op de meidenkamer, de penanttafels in de beneden voorkamer en Ambons
houten kamer, de twaalf stoelen in de kleine beneden voorkamer, de
vloermat in den eetzaal, de voorhuisbank en lantaarn in de vestibule,
de hordens in de voorkamer en chasinetten in de gang”.
Het geheel kostte de nieuwe eigenaar, mr. G.B. Emants, 23.200 gulden.
Ook hij was een voornaam regent, raad en pensionaris van Delft. |
|
Oude
Delft 75 in de jaren ‘60
Op deze prent
de gevel in de 18e eeuw. (Coll. Erfgoed Delft, archief)
De
Ambonkamer in een latere periode met een nieuwe schouw,
periode 1900-1925. (Foto Collectie TU Delft).
Nog
een blik op wandtapijt en meubels van de in 1897 gesloopte Ambonkamer.
(Foto Rijksdienst Cultureel Erfgoed.)
Nog
een kamer in Huis Portugal, de
‘leeskamer’, periode 1900-1925 (Foto Collectie TU
Delft).
|
Verkoopadvertentie
in de Rotterdamsche Courant van 27 okt 1791.
|
Bij de
verkoop van het huis, 18 jaar later, aan de volgende regent, mr.
Willem van der Goes, penningmeester van Delfland en secretaris van Hof
van Delft, kon die bijna de helft van de prijs afdoen. Het huis kostte
toen nog maar 12.000 gulden. Het is een teken voor de magere tijden en
het overschot aan woningen in de stad, ook in de luxere sector, in deze
periode. Diverse generaties van de familie Van der Goes zouden er in de
19e eeuw blijven wonen. Ze waren inmiddels tot jonkheer opgeklommen en
droegen de titel heer van Naters en Pancrasgors en hadden steeds iets
met het bestuur van het Hoogheemraadschap Delfland van doen. Na het
overlijden van de weduwe van de laatste Van der Goes werd het huis in
1897 verkocht aan de echtgenoot van een kleindochter, de
gemeentearchitect ir. M.A.C. Hartman. Het was een moment van grote
verandering: ook werd het complete kostbare interieur van de Ambonkamer
onder de hamer gebracht en gesloopt. Slechts het fraaie plafond en de
houten lambrisering hebben het overleefd.
Een
foto van voor 1885, door de fotograaf Henri de Louw.
Adriaan van der Goes van Naters geniet van zijn tuin. (Coll.
Erfgoed Delft, archief) |
Decoratieve kunst
In 1917 kocht het Technische Hogeschool het pand aan ten behoeve van de
afdeling Decoratieve Kunst van de faculteit Bouwkunde, die er, samen
met de afdeling Restauratie, tot 1970 gebruik van zou maken. De
betrokken hoogleraar, prof. T.K.L. Sluyterman was in 1917 op slag
verliefd op het pand en begon een uitgebreid historisch onderzoek naar
de geschiedenis van het huis. Behalve in een boek, liet hij de namen
van de opvolgende eigenaren op een bord in de gang van het gebouw
aanbrengen. Helaas zitten daar een paar foutjes in, zo is bij later
onderzoek vastgesteld. Sluyterman heeft ook nog een poging gedaan de
originele schouw uit de Ambonkamer terug te kopen. Dat lukte niet. Wel
heeft hij een andere achttiende-eeuwse schouw uit een huis aan de
Verwersdijk weten te bemachtigen. Die is echter een stuk soberder is
dan de oorspronkelijke. Sluyterman was verder in zijn tijd (tot 1931)
een groot verzamelaar van antieke kunstvoorwerpen, die hij overal in
het huis onderbracht en deels inmetselde, inclusief toelichtende
bordjes. Het gaf het huis de aanblik van een museum. In 1976 werd het
pand in gebruik genomen door het internationaal waterinstituut IHE.
Later kwam het in handen van de studentenhuisvesting DUWO die het
gerestaureerd heeft. Sinds 2002 is het in gebruik als
“guesthouse” voor buitenlandse gasten van de TU. | |
Jhr.
mr. Cornelis van der Goes van Naters en Pancrasgors (1766-1836),
geschilderd 1828 door C. Kruseman (links) en Adriaan van der Goes van
Naters (1808-1885), geschilderd door J.C.A. Thonus (rechts). Collectie
Museum Prinsenhof.
Advertentie
Delftsche Courant, 15 aug. 1891.
Advertentie
waarin de Ambonkamer en andere antiquiteiten te koop worden aangeboden
in het Algemeen Handelsblad van 3 juni 1897.
|