Rietveld 111 | www.achterdegevelsvandelft.nl | |||
Ooit 't Cleyne Hackmes | NB: Klik op de afbeeeldingen voor een vergroting. | |||
Het pakhuis met bovenwoning
Rietveld 111 is vlak voor 1900 gebouwd. Voordien stond op deze plek een
huisje dat ooit de naam “’t Cleyne
Hackmes” droeg. De breedte daarvan was tien voet, ruim drie
meter. Omstreeks 1800 is het door de ontvolking van de stad onbewoond
geraakt, zoals veel huizen in deze buurt. Vervolgens deed het bijna
honderd jaar dienst als koestal. In 1895 kocht aannemer Tobias Prins de
stal en verbouwde hem tot het huidige pand. Vermoedelijk is het daarbij
van de grond af opnieuw opgebouwd. Naast het pand is sinds een jaar of
vijftig een opvallend gat in de
gevelrij, dat toegang geeft tot een in 2015 nieuw gebouwde studiowoning
op het achtererf. Appelen In 1600 woont in het oorspronkelijke huis een appelkoopman, Jan Stevensz. Hij is een van de weinige bewoners in vele eeuwen die het huis ook zelf in eigendom heeft gehad en het niet hoefde te huren. Begin 17e eeuw komt de appelkoopman echter in financiële problemen en ziet hij zich gedongen zijn huis te verkopen aan een collega appelhandelaar, Oth Ghijsbrechtsz. Naast fruithandelaar is deze geboren Culemborger tevens ‘cagenaar’ (binnenschipper). Wellicht was hij een leverancier bij wie Stevensz in het krijt stond. Oth gaat zelf niet aan het Rietveld wonen. Hij boert goed en bezit meerdere huizen in de stad. In 1638 overlijdt hij in de Giststeeg, een locatie die voor zijn handel handiger gelegen is dan het Rietveld. Hackmessen
|
Rietveld 111 in 2019 De aanvoer van appelen en peren naar de markt op een prent van Cornelis Dusart uit circa 1700. (Collectie Rijksmuseum) | |||
Brandewijnstoker Na hun dood verkopen in 1650 hun kinderen ’t Cleyne Hackmes aan brandewijnstoker Gerrit Gerritsz Scheurling (Scheerling). Stoken van brandewijn doet hij overigens niet in dit pand. Dat doet hij elders aan het Rietveld “De Vergulde Brandewijnketel” (Ongeveer ter hoogte van Rietveld 135-139). In dat pand zal hij ook wel hebben gewoond, want wonen en werken gingen destijds vrijwel onvermijdelijk samen. Als op 12 oktober 1654 het kruitmagazijn aan de huidige Paardenmarkt ontploft, bezit Scheurling nog een derde huis aan het Rietveld. Voor die drie huizen claimt hij na de ramp samen een schade van 400 gulden. Dat was ook het bedrag waarvoor hij in 1650 ’t Cleyne Hackmes had gekocht. De schade aan de huizen is dus aanzienlijk geweest, maar geheel met de grond gelijk gemaakt zijn zij door de explosie niet.
Familiedrama’s Twaalf
stuivers Vet
mesten
| De gevolgen van de Delftse donderslag van 12 oktober1654, geschilderd door Egbert van der Poel. (National Gallery, Londen) De inschrijving op 18 juni 1661 van de ‘dr (dochter) van Gerrit Gerritsz Schierlingh in t Rietvelt’ in het begraafboek van de Nieuwe Kerk. Een gravure van een exploderend oorlogsschip, door Simon Fokke. Weliswaar niet het VOC-schip de Hector bij Formosa in 1661, maar een schip voor de rede van Curaçao in 1778. (Collectie Rijksmuseum) Tekening van een stal door Jean Bernard (1775-1833). (Collectie Rijksmuseum) | |||
Koehandel In 1840 staat het pand als ‘koestal’ in diverse kranten te koop, nadat het de voorafgaande jaren kort na elkaar enkele malen van eigenaar gewisseld was. Koper is een boer in de Houthaak, Abraham van Alphen. Ook hij verkoopt het kort daarna weer door aan Philip Lugtigheid, een bekende veehandelaar, die in het oosten van de binnenstad meerdere stallen had, waar hij tientallen koeien onderbracht. (Zie meer over hem in de verhalen over zijn stadsboerderijen Vrouwenregt 5, Rietveld 147 en Nieuwe Langendijk 59) Tot 1895 blijft de stal in de familie Lugtigheid, waarvan alle leden zeer bedreven zijn in de koehandel.
Verpauperde buurt
|
Verkoopadvertentie in het Dagblad voor ’s Gravenhage, 7 oktober 1840. Een impressie van koeien op het Rietveld door de auteur. | |||
Nieuwbouw In 1895 koopt aannemer Tobias Prins op het Rietveld de stal en bouwt er een pakhuis met een voor die tijd vrij degelijk bovenhuis. Het wordt door de familie generaties lang aan arbeidersgezinnen verhuurd. Zie hier het enquêteformulier van het woningonderzoek van het nieuwe huis in 1905. Weer
in de frontlinie
| Advertentie in de Delftsche Courant van 1 maart 1895. Mogelijk het puin van de afgebroken koestal. Advertentie in Delftsche Courant van 1 oktober 1936 van bewoner Jan van den Heuvel | |||
Douche In 1966 wordt het bovenhuis van een douche voorzien. Dat gold voor veel huizen in deze buurt toen nog als een luxe. Een stuk grond achter het huis, met een schuur en een strook grond ernaast van een poortje dat vroeger toegang gaf tot het achtererf behoorde tot 2012 bij het buurpand 113, maar was al langer bij de eigenaar van dit pand in gebruik. Bij de verkoop van nr 113 in 2012 werd deze gebiedsuitbreiding ook definitief bij het kadaster vastgelegd.
| Advertentie in de Telegraaf van 1 mei 1971. | |||
Kees van der Wiel | ||||
>> Zie hier voor meer informatie over bronnen, eigenaren en bewoners van Rietveld 111 | ||||
Geplaatst: 24 augustus 2020 | ||||
www.achterdegevelsvandelft.nl - Facebook: www.facebook.com/AchterdegevelsvanDelft - Twitter: twitter.com/AchterdgvDelft |